vrijdag 23 november 2007

Het werkplezier van Humberto Tan



'Ik ben bevoorrecht'
Humberto Tan (42) – medegrondlegger van stichting Suriprofs – heeft het geschopt van jeugdpresentator tot anchorman op de Nederlandse televisie. Daarnaast heeft hij als zakenman al vijf jaar zijn eigen succesvolle kledinglijn ‘Humberto’. Bij alles wat hij doet is plezier altijd de basis. “Alles went namelijk: ook prestige en een goed salaris.” Toen onlangs het doek viel voor Tien, had de Telegraaf hem alvast rood doorgekruist. Zelf zat hij geen moment in spanning.
“Je moet door niemand en geen enkel instituut je dromen laten afpakken.”



september. Op de fiets ben ik op weg naar Humberto. De route langs de kronkelende Amstel, richting Ouder-Amstel, is een al landelijkheid en rustiek. Het weer is een twinkelende combinatie van zon en regen. Afgelegen weilanden met koeien en kalfjes. En dat in de overbevolkte Randstad. De groene entourage en het voetpad van vergruist grind langs de oever doen mij me lichtelijk wanen langs de Surinamerivier te fietsen.
Directe aanleiding om Humberto op te zoeken was mijn ongerustheid over zijn positie, kortgeleden, toen bekend werd dat voor commerciële zender Tien het doek viel. Onze eerste ontmoeting voert ver terug, toen we voetbaljunioren waren, in de schaduw van het toenmalige Ajax-stadion De Meer. Tan en zijn maten – grotendeels Surinaamse jongens – waren stuk voor stuk technisch. Dankzij mijn snelheid kon ik ze enigszins bijbenen. Jaren later kwamen we elkaar weer regelmatig tegen toen we beiden rechten studeerden aan de Universiteit van Amsterdam. Tan ging als een trein en succesvol door de studiestof, ik hield het na zeven jaren voor gezien, zonder bul maar met een propedeuse-certificaat als troostprijs.
Na ruim tien jaar teruggekeerd te zijn uit Suriname, ben ik apetrots op Humberto die zich in 1991 in de kijkers plaatste als vlotte jeugdpresentator bij Forza van de Avro. Daarna maakte hij de overstap naar het grote Studio Sport en vervolgens NOS-journaal. En nu – zoals blijkt – gaat hij gelukkig over als ‘anchorman’ naar RTL-4 – de grootste commerciële zender van het land! – voor de presentatie van het Eredivisievoetbal.


Het huis van de Tans staat precies op een bocht. Een pittoresk uitzicht stuit opdoemende kantoorkolossen van booming Amsterdam-Zuidoost. Het huis lijkt verlaten en onbewoond. Even word ik overmand door twijfel. Dan gaat de deur open en verschijnt Humberto in het portiek. “Het huis is niet leeg”, zegt hij als ik hierover een opmerking maak en kijkt gespeeld verontwaardigd. Dat ze er pas drie maanden wonen, verklaart veel.
De living, die haaks één doorlopende ruimte vormt met de metalliek uitgeruste keuken, is sober maar smaakvol ingericht. “Ik heb het altijd zo, niet te veel spullen.” De achterveranda, met houten vloervlak, neigt naar een comfortabel dakterrasje. Er moet nog een balustrade worden aangebracht. Dichte en hoge bosschage fungeert als natuurlijk behang. “Het is net Suriname hier”, verwoordt Tan mijn gevoel. “In de winter, als al die bladeren weg zijn, kijk je zo in de verte uit op de weilanden en voorlopig gaan ze nog niet bouwen hier.” Op Wikipedia is te lezen dat het gezin Tan onlangs een telg rijker is geworden. Op de woonkamervloer bevestigt een lege Maxi-Cosi dit stilzwijgend.

Drukbezet
Plezier is ‘altijd de basis’ bij alles wat Humberto doet. “Alles went namelijk: ook prestige en een goed salaris. Daarom is plezier voor mij altijd het uitgangspunt, bij wat ik ook doe. Een belangrijke reden waarom het mij voor de wind gaat. Ik heb daarom eerst opgezegd bij de NOS en daarna pas getekend bij Talpa, vertelt hij over zijn overstap in 2005 naar de commerciële zender (later ‘Tien’). “Je moet altijd mentaal bereid zijn een stap terug te doen. In het begin heb ik mezelf de belofte gedaan: tv zo lang mogelijk, maar ook zo onafhankelijk mogelijk opstellen. Dát is mijn maximale winst. En als het plezier even zoek is, dan maar elders vinden.”
Vandaar zijn kledinglijn ‘Humberto’. Het idee is overigens heel curieus ontstaan. In 1999 werd Tan gekozen tot best geklede man van Nederland door lifestyle-magazine Esquire. Daarna had zijn zakelijke partner, Rick Moorman, ‘in het geniep’ een businessplan geschreven en legde het Humberto voor. “Ik zei oké, maar onder twee voorwaarden. Eén: ik ben eigenaar van het merk. En twee: ik beslis uiteindelijk. We hebben niets op papier gesteld en de samenwerking gaat al vijf jaar uitstekend!”

Humberto heeft een lila pullover aan met een atletische H als logo in watermerkstijl. Als het gaat om een pak, stropdas en hemd, gaat hij altijd gekleed in eigen waar. “Maar casual kan het ook andere merken zijn.” Maar waarom zou een ander zijn merknaam willen uitdragen? “Marketing heeft te maken met verkopen van een gevoel. Dat zie je bij Coca Cola en Pepsi. Het geldt bij uitstek voor kleding. Het gevoel dat mannen én vrouwen hebben als zij naar mij kijken. Ten tweede gaat het om een juiste prijsstelling. Als je dat allemaal goed doet, dan groei je van nul tot tachtig winkels.”


Bevoorrecht
Over het presenteren van het Eredivisievoetbal zegt hij: “Dan is het in heel Nederland op zondag om zeven uur ’s avonds prime time en kijken minimaal twee miljoen mensen; het is hun heiligdom. Dat is al decennia zo. Nu doet RTL 4 het. Qua werk is het niets anders dan wat je normaal doet, maar de mensen spreken je nu erop aan: ‘Geweldig dat je dát mag presenteren’.” Maar Humberto blijft er nuchter onder. “Over een half jaartje kan het alweer voorbij zijn als in december de zendrechten aan een andere omroep worden verkocht. Dan moet ik opnieuw beginnen. Maar dat is nu eenmaal ondernemen; risico's nemen.”
Hij stapte destijds om twee redenen over naar Talpa: “Persoonlijke groei én financiële groei.” Hij beleefde een ‘wereldtijd’ bij Talpa, die ook de uitzendrechten had van de uitwedstrijden van Oranje. Humberto zag landen als Armenië, Bulgarije, Roemenië en Albanië tijdens EK-kwalificatiewedstrijden van Oranje. “Allemaal stuk voor stuk mooie landen”, vertelt hij. “Maar Armenië met hoofdstad Jerevan is arm. Wel hebben ze daar het genocidenmuseum over de afslachting van een groot deel van de Armeniërs door de Turken. Het is een enorme verrijking om dit stukje geschiedenis in het land zelf te mogen ervaren. Ik zei tegen een collega: ‘Dit levert voetbal – het spel met een stukje leer – ons op; we zijn bevoorrecht’.”
Als rechtenstudent was Humberto een gedisciplineerd feestbeest pur sang en was de befaamde Amsterdamse discotheek Richter zijn vaste honk. Nu werkt hij al meer dan twee jaar elk weekend. “Daar moet ik mijn vrouw Ineke dankbaar voor zijn.” Maar hij is beslist geen vreemdeling voor zijn dochters Isa (10) en Julia (7). “Dankzij de onregelmatige diensten maak ik geregeld het ontbijt voor ze klaar en haal ik ze ook ’s middags van school af – hoewel daar de laatste tijd weinig van gekomen is.”
De baby begint te krijsen. Humberto gaat naar boven en komt terug met Benjamin, geboren op 5 juli, in zijn arm. Een prachtig en krachtig kereltje dat met zijn kale koppie een spitting image van zijn vader is. Tijdens het interview zuigt Benjamin stevig aan zijn fles en laat zijn voeder geen moment met zijn dankbare oogjes los.


Ingrijpende tegenslagen
Humberto had in betrekkelijk korte tijd ook ingrijpende tegenslagen in zijn persoonlijk leven. Hij verloor een broer in 1992 en een andere in 2005 – beiden na een ernstig ziekbed. Zijn moeder, Hilly Axwijk, overleed plotsklaps in 2004 aan een hartstilstand. Van het vroegere gezin van vijf personen waren ineens nog maar twee over: Tan en zijn zus Palmira.
Toen hij drie maanden geleden zijn huis kocht, had hij het weer even moeilijk met de dood van zijn moeder. “Al twintig jaar geleden, toen we in de Bijlmer woonden, zei ik over deze plek aan mijn moeder: ‘Hier wil ik wonen’. Toen zei ze: ‘Nou, dan moet je wel het geld ervoor hebben’. En ik zei: ‘Wacht maar, een huis met een extra kamer voor jou’.”
Hoewel hij het haast onbewogen vertelt, laat deze openhartigheid mij niet onberoerd. Ik trigger hem door te stellen dat hij nu op een typische plek woont waarvan wordt gezegd: daar kom je als zwarte niet tussen. “Fuck it!”, klinkt het lichtelijk op de kast gejaagd. “Het gaat erom wat jíj wilt. Je moet door niemand je dromen laten afpakken. Door geen énkel persoon, geen énkel instituut en geen énkel adagium.”
En zo is het maar net. Hoewel ik nog niet precies wist hoe ons gesprek zou verlopen, hoopte ik al op een dergelijk inspirerende bevestiging. Maar oude vriendschap of niet, Humberto is een drukbezette man. We hadden slechts anderhalf uur. Zijn volgende agendapunt is verrassend. Niet naar Hilversum of zijn kledingbedrijf, maar trainen voor de marathon van Peking. Hij is hiervoor uitgenodigd door het NOC*NSF en uitzendorganisatie Randstad als sponsor. “Wanneer krijg je nou zo’n kans om in een Olympische stad een Olympisch parcours te lopen, een jaar vóór de Olympische Spelen zelf.”
Humberto is snel in zijn jas gestoken. Nadat hij even later de kleine Benjamin met Maxi-Cosi in de gezinsauto heeft geladen, ben ik degene die het tuinhek sluit en hen, als waren zij de boezekers, uitzwaait. Even later trap ik vol inspiratie weer richting Amsterdam, meeslingerend met de grillige Amstel.



Lees een uitgebreid verslag van deze ontmoeting in de nieuwste Obsession Magazine - Te koop in alle wereldsteden,
ook in Paramaribo en
word meteen abonnee!



Coverfoto: Roos Trommelen

donderdag 19 juli 2007

Het Surinaamse Schrijversleven van Tessa Leuwsha



'Ik ben heel gedisciplineerd'
Sinds kort heeft schrijfster Tessa Leuwsha een eigen representatieve website. Reden voor 10 exclusieve, persoonlijke vragen. In 1996 vertrok zij naar Suriname om er een nieuw leven te beginnen. Het was geen remigratie, want Tessa is geboren in Amsterdam; uit een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader. In Nederland was zij grondstewardess bij de KLM. In Suriname heeft ze zich ontpopt tot schrijver. Eerst een gedegen en veelgeraadpleegde reisgids en in 2005 verscheen haar goed ontvangen roman de Parbo-blues, waarvoor zij genomineerd werd voor de DebutantenPrijs 2006 en de Vrouw&Kultuur Debuutprijs 2006. Ook maakte Tessa naamsbekendheid met onder meer haar serie ‘Groetjes uit Suriname’ in Weekkrant Suriname. Inmiddels werkt zij al jaren parttime bij de Nederlandse ambassade in Paramaribo. Tel daarbij de vele uren die ze kwijt is als moeder van twee opbloeiende kinderen. Tussendoor moet ze ook de schrijver in zich blijven voeden.

1. Is er schrijversleven na de Parbo-blues?

Ja, dat is er, gelukkig. Maar het was moeilijk na de Parbo-blues op gang te komen. Het boek werd goed ontvangen, dat is prachtig, zeker voor een debuutroman, maar dat maakt een beetje huiverig om aan een volgend werk te beginnen, alsof de recensent voortdurend op je schouder zit. En ik zat mezelf in de weg, ik werd overkritisch. Ook is de Parbo-blues gedeeltelijk autobiografisch, dat verhaal zat al in mij. Weliswaar in een andere werkelijkheid, ik heb het geromantiseerd, de feiten naar mijn hand gezet, maar ik had een kader waarbinnen ik kon werken. Na de Parbo-blues wilde ik een volledig fictief verhaal schrijven, dat was wennen, ik was mijn leidraad kwijt. Het heeft me erg veel schrijf- en schraptijd gekost.
Uiteindelijk komt vrijwel iedere schrijver uit op autobiografisch werk. Ik heb dat al gehad.

2. Hoe hard trekt de schrijver van binnen aan je?

Heel hard. Ik ben heel gedisciplineerd, sta altijd vroeg op. Iedere vrije minuut naast mijn gezin en werk besteed ik aan mijn schrijverschap. Schrijven moet je leren, je moet je talent ontwikkelen, aanscherpen, dat kun je alleen maar bereiken door te doen, ook al leidt dat niet altijd tot publicaties. Voor mijn omgeving is mijn monomanie wel eens moeilijk te begrijpen: ‘mama wat doe je toch in die kamer?’ Zelf heb ik dan wel eens de neiging het te verdoezelen, dan zeg ik dat ik e-mailtjes stuur naar vrienden.

3. Op basis van je schrijversambities waar je sta je nu in de schaal van 1-10?

O, ergens onder aan de schaal hoor. Ik heb tot nu toe een reisgids en een roman gepubliceerd en twee korte verhalen. Maar ik heb nog veel meer wensen in mij en hoop dat ik die kan realiseren. Dat heeft vooral te maken met energie, kennis en tijd. Die moeten samenvallen. Maar soms moet je het ook durven loslaten, er is een tijd voor ieder boek.

4. Je bent nu 12 jaar in Suriname, kan je deze periode kort en pakkend weergeven?

foto's://privécollectie
Als een roller coaster, alhoewel mijn leven zich voornamelijk afspeelt rond huis en erf, maar wel binnen een samenleving, die ontzettend in beweging is. Suriname heeft zich in die jaren dat ik hier ben opengesteld, we zijn minder navelstaarderig geworden en kijken ook eens om ons heen. Wat doet de buitenwereld, waar staan we in die wereld? En natuurlijk is de schaduw van de dictatuur weg. Het Decembermoordenproces komt nu op gang. Dat was 12 jaar geleden volstrekt ondenkbaar.

5. Bevind je je tussen twee culturen of heb je je plek gevonden?

Ik ben een kind van twee culturen. Een koloniaal product kan je zeggen, ik heb een creoolse vader en een blonde Amsterdamse moeder. Van kleins af aan heb ik het vreemd gevonden om niet helemaal ergens bij te horen. Dat gemengde gezin was toen een uitzondering, we vielen altijd op. In Nederland was ik een allochtoon. In Suriname ben ik dat ook. Maar inmiddels heb ik daarin mijn plek gevonden. Het is goed voor een schrijver om naast de kudde te lopen, te observeren.

6. Je bent moeder van twee rasechte Surinaamse kinderen; had je dat ooit durven dromen en wat betekent dit voor jou in relatie met een deel van je afkomst?

Rio
Dat is vreemd ja. Mijn vaders hoogste doel was naar Nederland te vertrekken, de armoede achter zich te laten. Ik ben vrijwillig naar Suriname gekomen en zijn kleinkinderen groeien hier op. Hij vond dat aanvankelijk maar niks, alsof hij niet geslaagd was in zijn missie. Pas later, vlak voor zijn dood, is hij het gaan waarderen. Ik vind er iets moois inzitten, die cirkel die nu rond is.



7. Suriname is een jonge natie in opgroei; hoe zie je de toekomst van je kinderen daar binnen?

Ze zijn nog klein, gelukkig, want we hebben nog heel wat werk te verzetten. De werkgelegenheid moet groeien en het intellectuele klimaat. Misschien is het daarom zo spannend om hier te wonen, dat je die ontwikkeling van dichtbij kunt meemaken. Daar zit iets idealistisch in, besef ik, in Nederland zijn ze dat kwijtgeraakt.


8. Je hebt een prachtig huis in een buurt met historie, daarmee voldoe je aan het typische beeld van een auteur. In hoeverre inspireert deze romantiek jou?

Ava met boa

Ik houd van dingen met historie, ons huis is voor Surinaamse begrippen oud met echte bomen in de tuin. Literatuur is ook een oude traditie, dat past daarbij, het is goed om in die sfeer te werken. Maar ik kan met best voorstellen dat ik in een nieuwbouwwoning een boek zou kunnen schrijven, die inspiratie en drang komen van binnenuit.

9. Waarom een website?

Om wat meer aandacht te geven aan mijn boeken, een soort uitgebreid visitekaartje. Vroeger was dat not done, een boek moest zichzelf verkopen, maar daar komt men van terug. Vervolgens moet je wel weer die website onder de aandacht brengen, bijvoorbeeld door dit interview. Zo blijf je aan de gang eigenlijk.

10. Waarom je eigen stichting Lezen en Schrijven?

Ik zou graag de interesse voor lezen onder jongeren aanwakkeren. Boeken bereiken ze vaak niet, mensen wel. Ik heb op de middelbare school een leraar gehad, die zo enthousiast over boeken kon vertellen. Hij heeft mij helemaal vrijwillig aan het lezen gezet en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Wat je uit boeken haalt, is de kracht van de verbeelding, die is zo sterk dat ie je meesleept naar andere werelden. Je kunt er een leven mee vullen.


www.tessaleuwsha.com

maandag 23 april 2007

Het Geheim van Kenneth Herdigein



'Dank je wel Pim de la Parra!'

AMSTERDAM - Dinsdag 24 april gaat de ‘fictionele documentaire’ Het Geheim van de Saramacca Rivier in première in Theater Thalia tijdens het 5e IFFR-filmfestival flies Paramaribo, dat 19 april van start ging in Paramaribo. Hoofdrolspeler Kenneth Herdigein ‘scheet 500 buffels’ tijdens de opnames. “Maar ik kan gerust en stralend voor de dag komen.”

‘Eigenlijk zijn we allebei nep-Surinamers”, zegt Kenneth als hij twee minuutjes na afgesproken tijdstip binnen komt stappen in het sfeervolle Amsterdamse eetcafé Boulevard. “Als we echte Surinamers waren dan hadden we nooit op tijd mogen zijn.” Maar de grote reden achter onze punctualiteit is dat hij tijdig zijn vijfjarig dochtertje Nina van school moet ophalen.
Kenneth is idolaat van zijn Nina. “Nu ik een kind heb, zou ik wel tien kinderen willen. Sinds ze geboren is, heeft nog niemand op haar gepast. Ik kan me niet voorstellen dat ik mijn kind alleen laat met een vreemde.” Zelf heeft hij zich verlaten gevoeld door zijn moeder. Overigens zegt hij dit zonder rancune. “Mijn moeder heeft enorm haar best gedaan. Maar toen ik mishandeld werd op school met riemen door meesters, heeft ze me in de steek gelaten zonder dat ze dat wist.”
Na een diepe persoonlijke inzinking, belandde Kenneth op zijn 33ste voor twee weken in een psychiatrische inrichting. Daarna heeft hij nog drie jaren hulp gehad. Hij heeft zich hervonden. Met zijn vrouw Thea, haar 19-jarige zoon Karim en Nina vormen zij een solide gezin. “De platitude dat ik mijn lul achterna loop, was in één keer afgelopen”, vertelt hij over de geboorte van Nina. “Op die dag heb ik eindelijk volwassenheid geproefd. Ze keek me aan met die ogen die zeiden: ‘I came to stay’. Dwars door mijn ziel!”

Waterval
Kenneth gaat als een waterval. Hij kijkt naar mijn handschrift. “Als dat van een dokter”, zegt hij. “Ik ga ook veertig buffels schijten”, antwoord ik hem. Daarmee zijn we beland bij een lijfspreuk van Pim de la Parra. “Ik heb Pim zeer hoog zitten, maar ik heb de meest fundamentele ruzies met hem gehad”, vertelt Kenneth. “In professionele zin hoor.”
Na het eerste jaar van de Surinaamse Film Academie (SFA) werd van Pim gezegd dat hij een ‘tiran’ is. Maar Kenneth weerlegt dit. “Pim is geen tiran, ondanks dat hij met alle geweld wil uitleggen wat hij bedoelt. Een echte tiran beschikt en laat geen ruimte voor een conflict. Pim wel, met wie dan ook. Hij lokt het zelfs uit.”
Kenneth speelde ooit een rolletje van ‘45 seconden’ in Odyssee ‘d’Amour uit 1987. “Pim had toen miljoenen te besteden. En toch was hij niet anders dan wanneer hij met een no-no-budget werkt. Sommige mensen worden ineens een machtswellusteling.”
‘Het lot’ heeft ze weer bij elkaar gebracht. Aanvankelijk had De la Parra afspraken met een andere Nederlandse acteur, die zegde twee weken voor tijd af. “Pim belde me met de mededeling: Kenneth, ik heb een probleem. Ik moest eerst met mijn vrouw en kind overleggen. Een uur later belde ik hem op en zei: Pim, je hebt geen probleem meer.”

En zo toog Kenneth in januari naar Paramaribo als gastdocent van de SFA. Samen met Tom Erisman (camera) en Leo Franssen (geluid). Het eindproduct is de ‘fictionele documentaire’ Het Geheim van de Saramacca Rivier. Daarin speelt Kenneth de hoofdrol met als tegenspeelster Lucille Roberts. Negentien cursisten werd het metier bijgebracht onder het thema ‘Learning it by doing it’. “Veertien dagen lang – alsof we geen Surinamers waren – was iedereen altijd op tijd”, verhaalt Kenneth enthousiast. “En niemand is uitgevallen. Dat is uniek. Ook in Nederland. En dat kan je ook aan die film zien. Alsof er miljoenen in gestoken is. In maar negen dagen geschoten. Ik steek mijn hand in het vuur voor die film.”
De grote schrik voor menig (beginnend) acteur is dat De la Parra zonder script werkt. Kenneth: “Toen ik tegen Pim zei dat ik voor lul ga, zei hij: wat geeft het nou dat je voor lul staat? Hij heeft ook nog gelijk. Omdat je het waagt loop je het risico dat je de meest bijzondere scènes krijgt. Het leven zit ook niet zo in elkaar. Pim zegt: ik wil het leven verfilmen. Ik vind het geweldig. Wat een moed!”
Vlak voor de opname van een scène kreeg Kenneth ineens de opdracht: je moet een lied neuriën en gaan huilen. “Ik koos voor Mi kondre tru. Het was op een steiger bij de Surinamerivier. Je zag de krabben lopen in de modder. En twee ooievaars, die symbool staan voor mijn verhouding met die vrouw. Dat verdriet en die pijn kwamen helemaal vanuit mijn onderbuik.”

Voluptueuze borsten
De rode draad van het Geheim van de Saramacca Rivier is ‘verlies van je vaderland’, uitgebeeld in een stuk gelopen relatie. Kenneth: “Maar doordat we naar Suriname gaan, heeft het Geheim van de Saramacca Rivier ons weer bij elkaar gebracht. De één noemt het God. Pim noemt het ‘Het’. We kopen een perceel bij Uitkijk langs de Saramacca. Misschien is het wel autobiografisch. Ik ben een eindveertiger en na deze film verliefd geworden op mijn vaderland.”
Maar De la Parra is ook een man van het allerlaatste moment. Kenneth kreeg maar geen tekst toegestuurd. “Ik heb echt op zijn huid gezeten.” Uiteindelijk kreeg hij de monoloog interieur opgestuurd met de mededeling dat hij nog zinnen kon toevoegen, als hij wilde. Maar er viel niets toe te voegen. “Hedda, hoe zou ik jouw mooie, grote voluptueuze borsten kunnen vergeten?” reciteert Kenneth. “Zulke mooie teksten kunnen in elke film! Je hoeft niet eens te weten wie Hedda is. Ik zei tegen Pim dat toevoegen hetzelfde zou zijn als dat ik door een gerespecteerd museum loop en de werken begint te veranderen.”
In afgelopen vijf jaar was Kenneth vier keer in Suriname. In 2001 – voor de opnames van Paramaribo Papers – na 29 jaar weer. “Ik ben eerst voor drie weken door producent Eddy Wijngaarde naar Suriname gehaald om heel wat spoken uit mijn hoofd te halen. Verdomd, alles was veel kleiner dan ik in mijn hoofd had. Zo herinnerde ik me dat het standbeeld van Kwakoe er een was tot aan het plafond. Tijdens de eerste drie keren kreeg ik zoveel erkenning en respect dat ik maar met mijn hoofd in de wolken bleef lopen. Maar deze keer kwam ik in aanraking met 19 Surinamers; ik kwam bij ze thuis, zag hoe ze woonden en leefden. Die andere drie keren waren net vakantie.”

Lege huls
Kenneth is ook vol lof over het duoschap van Pim de la Parra en Arie Verkuyl, die de film produceerde voor Film Instituut Paramaribo Incorporated. “Dat je dat allemaal doet op die leeftijd. Dat is al reden om het fantastisch te vinden. Pim is trouwens iemand van wie je kan zeggen dat alle geweldige mensen iets met hem hebben. Of je het nu hebt over Rutger Hauer, Jeroen Krabbé – die was er trouwens ook – of Renée Soutendijk. Alleen maar omdat Pim gedaan heeft wat hij heeft gedaan en is wie hij is. Alle mensen in het vak gaan voor Pim, wat hun gerespecteerde mening ook is over minimal movies. En dat hebben al die mensen met een kind van Suriname.”
Over zijn verwachtingen van het Geheim van de Saramacca Rivier, zegt Kenneth: “Het gaat erom dat die cursus voor 120 procent is geslaagd. We hebben daarbij het geluk dat die film behoorlijk de moeite waard is. Je praat wel over een van de beste cameramannen van Europa en een van de beste geluidsmannen van Nederland. Pim de la Parra blijkt gewoon een tovenaar te zijn. Maar je praat nu ook wel met iemand die een Pim-adept is.”

De monoloog interieur zijn alleen de teksten die gedachten van de hoofdfiguren moeten verwoorden. Alle overige dialoog moesten de acteurs ter plekke ‘uitbraken’. Kenneth: “Het is als voor de leeuwen te worden geworpen. Je schijt vijfhonderd buffels. Als ik mijn teksten terug hoor dan zeg ik van sommige: je slaat de plank mis. Maar van sommige: wát, heb ik dat bedacht?! Maar het komt allemaal door Pim. Hij is de ontwerper van het geheel. Ik was een lege huls gestuurd door een regisseur. Soms levert dat verbale diarree op. Maar over het eindresultaat ben ik zwaar geïmponeerd. Tijdens de Utrechtse Filmdagen kan je gerust en stralend voor de dag komen. Bedankt Pim de la Parra!”
Na een gezamenlijke balans van twee cappuccino’s, vier biertjes en een lichtelijk aangebrande pannenkoek hamkaas met aardbeien fietst Kenneth weg met kinderzitje, op weg naar zijn grootste geheim voor het leven.

De tweede premièrevertoning is op zondagavond 29 april, wederom in Theater Thalia te Paramaribo, aanvang 22.00 uur. Een speciale voorstelling van de film vindt plaats op donderdagavond 26 april 2007 om 19.00 uur, in de filmzaal van Vasilda's Videotheek aan de Javaweg 101, te Lelydorp.

Lees ook: Feeërieke verlichting ontbreekt ook dit keer niet

zaterdag 7 april 2007

Nina "powerhouse" Jurna


'Mijn koers eist dat ik loslaat'


AMSTERDAM - Nina – ‘Powerhouse’ – Jurna was de afgelopen dagen wereldnieuws in Nederland, vanwege de presentatie van haar boek Standplaats Paramaribo, uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT). Ze haalde paginagroot de grootste krant van Nederland, halfpaginagroot de voornaamste krant van Amsterdam, ze zat aan tafel, tegenover Rita Verdonk, bij de Nederlandse talkshow der talkshows Pauw & Witteman. De RTL4-correspondente kreeg aandacht van Lijn 4, van AT5 en veel meer. Maar voor het ware verhaal ben je bij deze blogspot op het juiste adres. “Ik heb het spiritueel gevoel dat ik in contact sta met het universum.”

“Wauw, lijkt wel een troon”, zegt Nina over de zetels bij de raamzijde in het restaurant van het Americain Hotel, vermaard om zijn Jugendstil-architectuur en Art Deco-interieur. Een geriefelijkere plek konden we ons niet wensen. Halverwege het gesprek zal ook nog eens live pianomuziek worden ingezet; een mengeling van licht klassiek en dito jazz. Zichtbaar moe vleit de koningin van de Surinaamse journaille zich op haar zetel. “Moe van het fietsen en van alle indrukken”, zegt ze. “Gisteren was een openbaring. Vooral hoe Cohen zichzelf was en niet een formeel praatje afstak.”

Ze heeft het over de Amsterdamse burgemeester Job Cohen, die woensdag het ‘eerste exemplaar’ van haar nieuwe boek Standplaats Paramaribo in ontvangst mocht nemen. “Migreren betekent tegenwoordig niet dat je een land loslaat maar dat je één erbij krijgt”, zei Cohen. “Er ontstaat een nieuwe, dynamische relatie, waarvan die tussen Amsterdam en Suriname er één bij uitstek is. Daarom ben ik trots om het eerste exemplaar te mogen ontvangen.”

Nina is werkelijk overrompeld door het aantal mensen dat op de presentatie in het stadhuis was. En van het enthousiasme. “Ik ben blij dat het boek af is”, zegt ze. “Het is een afsluiting van iets waarvan ik niet wist dat ik dat in mij had; ik ben meer dan een correspondent. Het doet me goed dat ik verneem van mensen dat ze het in één ruk uitlezen. Maar ik heb het niet daarom geschreven. Het was vooral in de eerste instantie voor mezelf.”

Nina leerde ik kennen vlak voor haar emigratie in 2000 naar Suriname. “Ik was toen erg zoekende naar mezelf en had weinig stabiliteit”, vertelt ze over die periode. “Ik heb toen ook veel adressen gehad en was voortdurend in onderhuur. Het enige stabiele dat ik had was [de Amsterdamse lokale televisiezender] AT5, maar daar kon ik mijn ei niet kwijt. Ik heb nu meer vertrouwen gekregen in het leven en in mezelf. Ik sta steviger op mijn benen als persoon.”

En wat een legdrang had ze. Weinig zelfvertrouwen en stabiliteit of niet, toch wist ze zeker dat ze haar ei – wat nu blijkt zo groot als dat van een struisvogel – wel kwijt kon. “Ik wilde graag naar Suriname omdat ik het gevoel had en wist dat ik mijn drive zou kunnen omzetten in verhalen. Wat ik wel bij AT5 had geleerd was humor en andere ingrediënten toevoegen wat het nieuws overstijgt.”

Haar carrière op AT5 was mij ontgaan omdat ik zelf inmiddels alweer vier jaar in Suriname woonde. Maar ik herkende die dadendrang en het onverzettelijke geloof dat er meer voor je weggelegd is. Hoewel ik Nina persoonlijk slechts enkele uren kende, was dit voldoende – en uiteraard haar Surinaamse roots – voor mij haar voor te stellen aan de redactie van RTL4-nieuws. Ik wilde het beste voor Nina maar vooral voor Suriname; mijn gevoel zei dat zij het land breed zou kunnen belichten via de camera. Maar om nou te zeggen dat ik visionair bezig was, nou nee. Zoals Nina met haar levenspartner Dave Edhard Suriname belichten, onder de noemer van Fawaka Creation, overtreft de stoutste verwachting. Zelf omschrijft ze het als volgt: “Het is een chemie en wanneer het ook klikt met andere mensen, dan krijg je dit als resultaat. Ik wilde ook geen kinderen en geen partner. Ik stond er niet voor open.” Inmiddels heeft ze twee prachtige kinderen gebaard. Leila Esperanza en Zen Ibrahim, aan wie ze Standplaats Paramaribo heeft opgedragen.

Een diepe wens

Tijdens de presentatie in het Amsterdamse stadhuis, vroeg Sam Jones van de Wereldomroep en van radio Zorg en Hoop mij om Nina ‘te typeren’. Dan komt er maar één zin in me op. ‘Ze is een powerhouse’. “Dat heb ik van kinds af aan, dat als ik iets wil, ik ervoor vecht. Ik ben niet bij een kerk, maar ik heb wel het spiritueel gevoel dat ik in contact sta met het universum. Ik geloof dat wanneer je als mens een wil heb, een diepe wens, dan ook het universum aan jouw energie gaat meewerken. Het is een oergevoel, een oerenergie, waarvan ik denk dat die in de natuur in Suriname aanwezig is.”

“Hier in Nederland was ik zoekende. Het is een eeuwige zoektocht, waarbij je iets ontdekt voor jezelf om te kunnen creëren. Het komt allemaal vanuit mijn hart. Het is nog niet klaar. Ik zit er nog steeds in. Ik probeer wel rust te nemen, wat heel moeilijk voor mij is. Ik wil te veel en ben nooit tevreden. Waar ik nu sta, is nog niet echt wat ik wil. Het land Suriname geeft mij veel inspiratie, waardoor ik steeds nieuwe energie krijg. Wel is die euforie van het begin – die roze bril – weg. Dat is jammer. Maar ik heb in mezelf nu een stevigere basis.”

Nina gelooft niet in termen van een ‘God’ of ‘Almachtige’. Hoe denkt ze dan die energie toch te kunnen vasthouden en de dankbaarheid hierover te betonen?
“Door te bezinnen. Blij te zijn met de wijze waarop je gecreëerd bent”, klinkt het verre van atheïstisch. “Dat het allemaal toch een betekenis heeft gehad. Te zoeken naar de betekenis waarom ik hier ben, wat mijn doel hier is. Vandaar dat ik zie dat ik er nog niet ben. Ik geloof dat wanneer je je hart volgt, je dan signalen krijgt welke stappen je moet nemen. Als je dat niet doet, dan kan het gebeuren dat je op den duur niet meer vatbaar bent voor die signalen en dan wordt het allemaal heel troebel.” Op basis van deze ervaring, zegt ze over haar verleden: “Ik was in de war.”

Drie dimensies

Nina beseft als geen ander dat het leven geven en nemen is; een belangrijke voorwaarde om geestelijk te kunnen blijven groeien. “Naarmate ik verder wil, laat ik dingen los. Ik doe binnen Fawaka Creation niet alles zelf meer; ik werk steeds meer met andere regisseurs. Neem bijvoorbeeld Kevin Headley, die maakt voor MTNL [Multiculturele Televisie Nederland] een jongerenprogramma. Hij is een hele ambitieuze Surinaamse jongen. Behoorlijk selfmade en voor zover ik weet, komt hij niet voort uit de elite. Ik ben blij dat ik bijdraag aan zijn vorming. En als ik dat goed doe, dan heb ik er later zelf ook profijt van. Mijn koers eist dat ik loslaat, anders ga je gek worden. Twee jaar geleden kon ik dat echt niet.”

Maar wat is dat einddoel nou precies, zoals Nina ‘Powerhouse’ Jurna het voor ogen heeft?
“Die snelle journalistiek wil ik afbouwen. Wat ik voor me zie, is dat ik documentaires of films maak én schrijf vanuit een soort rust. Ik wil een brede basis met deze drie dimensies. Dan zie ik mezelf bij de rivier, met de kinderen in de buurt, tot rust komen en een scenario schrijven. En dat ik me niet meer bezig hou met het nieuws van de dag. Journalistiek is wel een goede basis. Het is een karaktertrek, je kan het niet aanleren; je zoekt eerder een soort vorm die bij je past.”



De dag van presentatie - een fotoverslag

Nina tijdens haar korte toespraak in de koffiekamer van de raadszaal tijdens haar boekpresentatie, afgelopen woensdag, in het Amsterdamse stadshuis. Onder de toehorenden waren toch wel niet de eerste de besten. Alhoewel; de eerste en ook nog de beste burger van Amsterdam, Job Cohen, was een van hen. Nina maakte het statement: "Ik mis Nederland niet als land maar wel Amsterdam als stad." Deze uitspraak zal Cohen ertoe inspireren een dankwoord uit het hart te houden.

Het was een bijeenkomst van vele vrienden, nieuwe en oude bekenden. Hier hebben we Remy Jungerman, Apana van Leeuwaarde en Iris Dekker. Sorry Apana; je bent te mooi om te worden weggephotoshopped.


Ook Mariëlle "mooiste vrouw van Amsterdam" van Sauers was er met Shanti en Bodi.


En waar er nieuws is, zijn er altijd nieuwsjager en -makers. Boven maakt Prem weer een stevig statement in de microfoon van de Wereldomroep en hiernaast doet Henry Strijk niet ten onder.


Myra Winter en Remy, die op zijn shirt heeft staan 'Creature of the night'. Zou dat de reden zijn waarom we hem zo weinig zien, zie je Patrick "Rasta" Dorder van de Wereldomroep denken. De laatste keer dat ik Dorder zag was vorig jaar in Wenen, tijdens de top van de EU, Latijns-Amerikaanse en Caribische landen.


Dan is het tijd voor uitreiking van het eerste exemplaar aan de eerste burger. Daarna wordt het ook nog eens gesigneerd. Burgemeester Cohen, hoe luidt de voordracht? Dan klinkt het toch een beetje stijfjes: "Dat is geheim."
Maar als het goed is, staan woorden in als: "voor mijn lieve burgemeester". Althans, dat hoorde ik hem zojuist aan intimi voorlezen. Maar ik kan Oost-Indisch doof zijn.
Hé, op deze foto links, zien we in het midden het hoofdje van Ralf van de Beek, persman van de Nederlandse Ambassade te Paramaribo!

En als je toch aan het signeren bent, dan kan je meteen mijn rug op, moeten sommigen hebben gedacht. Het was in elk geval een dolle pret!

Maar burgermeester Cohen kreeg nog meer. Hierboven bedankt hij veldbotanicus Frits van Troon voor een DVD-exemplaar van de documentaire 'Zonder Plant Ga Je Niet Leven'. Op de valreep, want Van Troon vertrekt de volgende dag. In het midden Fenny Vlietstra, de producer van de IDS-documentaire. Hé, en die stralende glimlach hier rechts is van Harriët Duurvoort. Tegenwoordig verkast naar Feyenoord-stad. Maar Robin Hood-stad is in de picture, begrijpen we. Ja kijk uit Harriët; tegenwoordig heet ik Iwan van der Meyden!

O ja, toen was er ook nog een pakketje haring! Nina raakte zichtbaar opgewonden van het idee. Een 'echte Surinamer' zal nooit begrijpen wat je lekker vindt aan die "rauwe vis". Maar voor het eten nog even snel op de staatsiefoto. In de zaal riep ik: "trouwfoto", maar toen zag ik Nina toch een beetje verschrikt opkijken. Dus houden we het op staatsiefoto.
Er waren nog veel meer mensen zoals acteur Kenneth Herdigein, de dictator van "Paramaribo Papers", kunstschilder Frank Kreton, Ryan Jessurun van Noticias, kunstfotograaf Mieke van de Voort, schrijver Clark Accord, documentairemaker Hans Arends, AT5-nieuws, RTL-nieuws en de koffieman. Te veel om op te noemen. Het mooie was dat er vooral de sfeer van vriendschap hing. En de toon werd gezet door onze Job! He did a good job. En wat denk je: ik heb 1.000 visitekaartje laten drukken en had er geen één bij me. Ik blijf een hopeloze netwerker. Dus bij deze. En Suriname: van harte gefeliciteerd met Nina. En andersom!

Terug naar: Amsterdams Venster

donderdag 15 maart 2007

Hallo, Mogen Wij Ons Voorstellen?


Thierry Baudet en Sander Ruijter

Het overgrote deel van de Nederlandse volksvertegenwoordiging is onbekend en daardoor onbemind. Met de lancering van de website ‘150vv.nl’ - woensdag, 14 maart, wordt de kloof tussen politiek en burgers digitaal gedicht. Met één trefwoord weet je precies bij wie je het beste rechtstreeks kan aankloppen. Sander Ruijter (26) en Thierry Baudet (24) werkten twee jaren aan een persoonlijke kennismaking met de leden van de Tweede Kamer, en ontmoetten ‘interessante levensgenieters’, die “keihard werken en elke dag namens ons belangrijke beslissingen nemen”.

Tekst & fotografie Iwan Brave

Ruijter en Baudet zijn het prototype jonge honden. Hoewel van gegoede huize, laten ze zich niets aan komen waaien. Ze zijn druk bezet maar niet gesjeesd. Maar bovenal zelfverzekerd. “Een goed idee verkoopt zichzelf”, zegt Ruijter. Toch hebben ze twee jaar keihard gewerkt aan hun geesteskindje, waarbij ze alle 150 kamerleden de kleren van het lijf hebben gevraagd.

Ze moesten qua fondswerving alle zeilen bijzetten. Uiteindelijk kregen ze twee fondsen over de streep. Nederland Kennisland, die nieuwe internetprojecten stimuleert, en het Forum voor Democratische Ontwikkeling (FDO). “De fondsen in Nederland zijn over het algemeen heel behoudend ingesteld”, zegt Ruijter. “Het zijn vaak nalatenschappen van rijke baronnen die hebben gezegd: ‘Mijn geld gaat naar literatuur.’ Toen bestond internet nog niet. Dus voldoe je al voorbaat niet aan hun doelstellingen.” Baudet: “En ons project is heel vernieuwend.”


En met recht. De kamerleden zijn niet alleen gevraagd naar hun persoonlijke interesses, maar ook namens wie of welke groep zij in de kamer zitten, naar hun stemgedrag na belangrijke debatten en uiteraard in welke portefeuille(s) zij zich dagelijks hun tanden zetten. Aan de hand hiervan hebben Ruijter en Baudet profielen gemaakt en ingevoerd.

Als een bezoeker (burger) een of meerdere trefwoorden (‘criteria’) op de website invoert, maakt het programma een selectie van de meest aangewezen profielen. Aan de kamerleden kunnen vragen worden gesteld. Maar ook opmerkingen, suggesties en klachten kunnen worden doorgegeven.

Buurtveiligheid, leefbaarheid, ondernemerschap, kinderopvang, criminaliteit en noem maar op. Naast voor de hand liggende vraagstukken, kan je ook kijken bij wie je het beste kan aankloppen voor zaken die minder op voorgrond spelen, maar wel degelijk elke dag bepalend zijn voor welzijn en welvaart. Bijvoorbeeld speelruimte voor kinderen of toegankelijk maken van publieke ruimten voor gehandicapten. Het gaat om rechtstreekse communicatie, want aan de website zijn het emailadres van alle kamerleden gelinkt. Zowel vraag als antwoord wordt op de website gepubliceerd.

Het is vrijwel onmogelijk niet met de jongens mee te gaan in hun tomeloze enthousiasme over hun project. Daarbij bekruipt je het beschamende gevoel dat niemand veel eerder hierop gekomen is. Hét ei van Columbus. Het werd eigenlijk in februari 2005 gelegd, toen de site van de Tweede Kamer bekroond werd met de ‘Webflop 2005’, een initiatief van Burger@overheid en Tros Radar. ‘De Tweede Kamer benut de mogelijkheden van internet onvoldoende’, oordeelde de jury vernietigend. ‘Het parlement zou een voorbeeldfunctie moeten vervullen bij het digitaal overbruggen van de kloof tussen burgers en politiek, en daar is nu onvoldoende sprake van.’

En die kloof lijken Ruijter en Baudet te gaan dichten. Sterker: ze willen zelfs afrekenen met dat cliché. “Ik heb zo’n hekel aan die uitdrukking ‘dé kloof’”, zegt Ruijter. “Dat impliceert een afstand tussen mij en dat kamerlid. Dan stel ik me toch gewoon vóór.”

En dat is eigenlijk wat ze hebben gedaan. Als twee burgers afstappen op het parlement en min of meer zeggen: ‘Hallo, wij zijn Sander en Thierry, die door jullie worden vertegenwoordigd, wie zijn jullie?’ Ze behoefden helemaal geen bergbeklimmeruitrusting. Ruijter: “Hoe kan je in een leuk, plat landje als Nederland praten over een klóóf. Stel je gewoon voor en maak kennis.”


Het was een kennismaking vol verrassingen. Baudet: “We hebben zo vaak tegen elkaar gezegd: ‘Dit wordt een leuke site’. Mensen met bepaalde idealen, over wie ze vertegenwoordigen, of welk deel van de samenleving. Ik heb heel wat interessante mensen leren kennen, die elke dag namens ons belangrijke beslissingen nemen. En die mensen wil je leren kennen.”

Ruijter: “Je denkt aanvankelijk ook in vooroordelen omdat de lijsttrekker het imago van de partij bepaalt. We deden soms wel vijftien interviews op een dag en dan kwam je al die kleuren en levensverhalen tegen.”

Ook voor menig kamerlid was hun komst verlossend. “Eindelijk krijg ik de kans mezelf uit te spreken”, reageerde Madelaine van Toorenburg van het CDA opgelucht, alsof ze zich al die tijd een monddode parlementariër voelde.

Nou willen de jongens niet heel Nederland aansporen om even massaal persoonlijk kennis te gaan maken. “Nee, dan gaat KPN op z’n gat. Wij hebben het voor een ieder iets makkelijker gemaakt.”

Het idee is ook journalistiek ingegeven. Ruijter en Baudet waren presentatoren van het programma ‘Publieke zaak’ van Business News Radio (BNR), dat gaat over burgerinitiatief: niet klagen maar zelf het heft in handen nemen voor een leefbare omgeving. Al doende ontdekten zij dat heel wat kamerleden onbekend op de achterbanken zaten. Zo kwamen ze op het idee te beginnen met het item ‘back-benchers-profiel’. Baudet: “Een ultiem burgerinitiatief is jezelf vier jaar geven aan het land.”

Baudet studeerde rechten en geschiedenis en werkt nu als promovendus aan een proefschrift over de ‘grondbeginselen van ons rechtssysteem’. Ruijter studeerde economie en Japans en vertrekt binnenkort naar Londen, waar hij voor een bank gaat werken. Met hun multidisciplinaire instelling gingen ze aan de slag met hun project. “Niet in een koker blijven zitten. De onrust en ambities hebben over je eigen grenzen te kijken”, verwoordt Ruijter het.


Ze namen daarbij geen genoegen met clichés, zoals ‘mijn maatschappelijke betrokkenheid is met de paplepel ingegoten’ – ongeveer tien kamerleden zeiden dat. “Die is iedereen met de paplepel ingegoten”, stelt Ruijter. “Het zijn 150 mensen die keihard werken voor de samenleving. Zo kan je uit het VVD-nest komen en een goed onderwijsplan hebben ingediend. Sharon Gesthuizen van de SP verklaarde: ‘Ik zit hier in de kamer voor de kleine ondernemer. Ik heb zelf meegemaakt en weet hoe moeilijk ondernemen is.’” En zo is niet elke PVV’er gedreven door een te dikke koran. “Barry Madlener had een succesbedrijf, maar ging de politiek in omdat hij bepaalde idealen had ten tijde van Pim Fortuyn.”

De website is een ‘voorportaal’ waar je Tofik Dibi van GroenLinks, op vakantie, ziet zwemmen tussen de dolfijnen. “Dan zie je gewoon: dat is een gelukkig mens, een levensgenieter die mij vertegenwoordigt.” Het mag dan wel niet verrassen dat de flamboyante CDA’er en Hagenaar Jan Schinkelshoek van schaak houdt en geïnspireerd wordt door werken van De Tocqueville, des te verrassender is als hij verklapt: “Ik juich voor Sparta.” En PvdA’er Harm Evert-Waalkens zegt: “Ik heb mijn laarzen uitgeschopt, mij in het pak gehesen en mijn stropdas omgesjord. En nu zit ik hier als boer in Den-Haag.” Ruijter: “Dat soort mensen stemt je positief. Het gaat om échte mensen en niet om beroepspolitici die over een paar jaar minister willen zijn. Het overgrote deel van onze volksvertegenwoordiging is onbekend. Het probleem of idee ontdekken viel voor ons samen met het bedenken van een oplossing.” Een schoolvoorbeeld van burgerinitiatief. www.150vv.nl




Klik en ga terug naar Amsterdams Venster

zondag 11 maart 2007

Dino De ‘Drugsdief’?


Dino Bouterse in de handboeien bij zijn aanhouding op Zanderij in juni 2003

Eind oktober 2003 werd Dino Bouterse vrijgesproken als hoofdverdachte van grootschalige wapendiefstal bij de CIVD. Precies een jaar later zit hij weer vast. Ditmaal wegens vermeende illegale wapenhandel. Wordt het weer vrijspraak? Hij is de zoon van Suriname’s enige ex-dictator. Vader en zoon hebben dezelfde initialen. Beiden ooit zeer bekwaam in verschillende takken van sport. Beiden schreven een internationaal opsporingsbevel op hun naam. De chronologie van een ‘verwaarloosd kind’, dat in de voetsporen van vader tracht te treden, doch ontspoort in diens schaduw. “Hij is door veiligheidsmannen opgebracht, ook als hij een ijsje ging halen.”


Tekst Iwan Brave/Paramaribo Post, oktober 2004 - foto CIVD - lithografie D·Image

Dino Delano Bouterse werd geboren op 27 september 1972 in het Friese Steenwijk, Nederland. Inmiddels heeft hij de Surinaamse nationaliteit. Hij is het tweede kind uit het ontbonden huwelijk van Desi Delano Bouterse en Ingrid Figueira. In november 1975 keerde het militaire gezin terug naar Suriname.
“Pas al je moeder bent, dan begrijp hoeveel pijn zoiets doet. Je wenst het niemands kind toe”, zegt moeder Ingrid over de ontsporing van haar zoon Dino, in de wandelgangen tijdens een politieke discussieforum over ‘Bestrijding criminaliteit en armoede’ in theater Unique. Het is 20 juni 2003. Hoe ironisch (behalve dan het aspect van ‘armoede’): een dag nadat Dino op Zanderij is gearriveerd en gearresteerd. Ongevraagd vertelt moeder dat hij niet is ontspoord vanwege haar scheiding in 1986 met de toenmalige militaire dictator en huidig NPD-leider. “Zijn vader heeft altijd belangstelling getoond voor de kinderen en ik was er altijd voor hen.”

Ingrid is een vrouw die zich wil distantiëren van alles dat met de onderwereld te maken heeft – dat onderstreept ze ook met haar aanwezigheid als toehoorder van de discussieforum – maar ontkomt er maar niet aan als moeder van een vermeende drugscrimineel en wapendief. “Ik kan er moeilijk over praten”, zegt ze met gedrukte emoties. Ze denkt dat Dino “juist door zijn sociale karakter” de verkeerde kant is opgegaan. “Hij wil graag mensen helpen”, zegt ze. Dus ook de verkeerde mensen? “Nee, ménsen”, klinkt het nadrukkelijk.

Toen Dino kind was en buiten speelde, kwam hij altijd even om de zoveel tijd informeren of alles goed met moeder ging. Zus Peggy, daarentegen, was de hele dag in geen wegen en velden te bekennen. “Ik weet nog hoe hij de hele ijskast leeghaalde voor andere kinderen die thuis niets hadden”, rakelt moeder Ingrid vervlogen tijden op.

Wapendepot leeggehaald

Bijna twintig jaar later, op 26 juli 2002, wordt het wapendepot van de Centrale Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de CIVD, in Paramaribo leeggehaald. De buit: 20 automatische AK47-geweren en 51 pistolen. Dino wordt aangemerkt als hoofdverdachte en ‘doenpleger’. De diefstal is in elk geval gepleegd met hulp van binnenuit. De ruimte waarin de wapenkasten zich bevinden heeft een betonnen buitenmuur en een binnentraliewerk van 22 millimeter dikte. Uit de muur werd een gat gehakt en voor de opening in het traliewerk een lasbrander gebruikt. Op basis van sporen wijst politieonderzoek uit dat de lasbrander binnen is gebruikt. Zo’n apparaat krijg je niet ongemerkt naar binnen, en al helemaal niet met permanente bewaking. Bovendien staat naast het CIVD-gebouw, aan de Anton Dragtenweg, een woning op hoge neuten, van waaruit je zo op het terrein neerkijkt.

Dino, tegen wie een internationaal opsporingsbevel is uitgevaardigd, wordt donderdag 12 juni op luchthaven Hato in Curaçao aangehouden met een vals Nederlands paspoort, en een week later als ‘illegaal’ op het vliegtuig gezet naar Suriname. Bij aankomst op Zanderij wordt hij gearresteerd.

Boven de wet

Moeder Ingrid zal zich nooit afkeren van haar zoon. Ook nu niet. Een moederhart, heet het, dat niet alleen overstroomt van liefde maar ook van ontkenning over de inmiddels asociale inborst van haar telg. Volgens een topfunctionaris van de CIVD heeft Dino “boven de wet heeft geleefd”. Zelfs boven die van de onderwereld. Daarbinnen staat hij te boek als “habitueel onbetrouwbaar”, weet de functionaris. Dino zondigt zich regelmatig aan ‘rip-deals’. “Hij is niet zozeer een gevestigde drugsdealer maar een drugsdief”, zegt de CIVD-functionaris. “Hij stelt niet zoveel voor, maar ontleend zijn reputatie aan zijn vader. Hij maakt anderen het leven zuur door hun drugs af te pakken.” Niet bepaald een sociale karaktertrek, ook al treft het andere asocialen.

“Steeds meer hoor je vanuit het crimineel milieu over gewelddadige ripdeals van de organisatie van Dino”, vertelt een toppolitiefunctionaris. “Of we krijgen harde informatie over wapentransporten in het binnenland. En bij gesprekken met Colombiaanse en Braziliaanse autoriteiten valt regelmatig zijn naam. Ook bij een kraak van de kluis van de De Surinaamsche Bank viel zijn naam.” Dat Dino maar niet wordt aangehouden komt omdat het allemaal ‘binnen de geruchtensfeer’ blijft. “Niemand nog die de durf en bereidheid heeft gehad iets concreets te verklaren”, aldus de politiefunctionaris.

Verwaarloosd kind

Volgens de CIVD-functionaris, die al langer meeloopt, is Dino “wel degelijk verwaarloosd” als kind. “Hij is door veiligheidsmannen opgebracht, ook als hij een ijsje ging halen. Zijn moeder zag je nooit en zijn vader was alleen met het land bezig.” De emotionele verwaarlozing werd gecompenseerd met materiële verwennerij.
En wat Dino niet goedschiks kreeg, pakte hij gewoon af. “Als hij thuis zijn zin niet kreeg, dan deed hij vervelende dingen om zijn zin door te drijven”, vertelt een vroegere uitgaansmakker van zo’n tien jaar geleden. Dino was een begin twintiger en had toen al had “het handje van de boel op te lichten”. De uitgaansmakker hield het voor gezien toen dat clubje “ook wapens ging dragen”. In die tijd had Dino ook een Braziliaans hoertje ‘gekocht’ die werd ingezet in een van Paramaribo’s populairste bordelen.

Over moeders bewering dat Dino juist vanwege zijn sociale karakter is ontspoord, zegt de CIVD-functionaris: “Dan zou het betekenen dat hij een meeloper is. Maar hij eist juist de centrale rol op, alles draait om hem.” Dat hij voor de buitenwereld het aureool van bescheiden en innemend uitstraalt, komt omdat hij altijd een ander voor zijn karretje spant. Zelden gaat hij zelf erop af.

Niemand kan beweren dat Dino graag in blitse auto’s rondsjeest en achter de mooie vrouwen aanjaagt. “Hij is een beetje verlegen type en bescheiden. Je zal hem nooit zien in een dancing of op straat zien paraderen”, vertelt een van de vijftien ‘wapenbroeders’ van vader Bouterse tijdens de militaire staatsgreep, die nog altijd oude maatjes met hem is.
“Hij drinkt niet, niet eens glaasje wijn, geen sigaretje rookt hij. Ik vind het bijna ongezond”, schertst de medecouppleger over Dino die het liefst ook onopvallend zonder bodyguards op pad gaat. “Ik heb een keer tegen hem gezegd dat het tijd wordt dat hij een securitybedrijf in de arm neemt, maar hij zei toen: waarom, ik doe geen zaken.” Moeten we hieruit concluderen dat hij ook niet in de drugs zit? “Ik denk het, anders had ik het wel geweten.” Vanwaar dan die hardnekkige geruchten? “Tja, vader zit in de politiek en dan moet je als zoon alle klappen vangen en krijg je de volle lading.”

Groot verlof

Dino is net als vader ex-militair en ging rond 1990 met ‘groot verlof’. Hij heeft de kaderopleiding voor sergeant gevolgd, maar nooit gehaald. Toch heeft hij die rang gekregen. Vanwege vaders invloed, die toen nog legerleider was.
“Hij liep veel weg van het werk”, zegt de CIVD-functionaris over zijn verwende karakter. “Ook de adeptatie van vader als een heldfiguur”, geeft als hij mogelijke psychologische verklaring voor Dino’s ontsporing. Vader en zoon hebben dezelfde initialen: D.D.B. Vader en zoon waren allebei sportief en zeer bekwaam in verschillende takken van sport. Dino was ook ingedeeld in het ‘sportpeleton’ van het Nationaal Leger. Beiden zijn ontspoord richting onderwereld, met als grimmige kroon op hun werk een internationaal opsporingsbevel.

Dino doet hard zijn best om in alle opzichten in vaders voetsporen te treden. Maar het blijft het een plek in diens schaduw. Dino was bij lange niet zo’n goede sporter. En zoals gezegd: als hij zijn zin niet krijgt dan drijft hij die toch door, om – zo lijkt het – koste wat het kost in de schijnwerpers te komen. En met de wijze waarop, is vader niet blij.
Bouterse heeft geen vat op zijn zoon. Hij zat met diens aanhouding in juni 2003 al danig in de maag, vanwege zijn aspiraties om president te worden na de volgende verkiezingen in 2005. Eind oktober was zoonlief alweer vrijgesproken om precies een jaar later weer vast te zitten wegens illegale wapenhandel.
Bij de inval werden ook peperdure auto’s in beslag genomen. Vader Desi zit al niet lekker bij de internationale gemeenschap vanwege zijn verleden en veroordeling als grootschalige drugsdealer door Nederland. En dat zoon Dino steeds opgepakt en genoemd wordt als verdachte van grootschalige wapendiefstal en -handel, gooit nog meer roet in het eten, dat zo langzamerhand zelfs de honden niet meer te vreten vinden.

Eerste ripdeal

Suriname is niet alleen een doorvoerhaven van cocaïne, maar ook van wapens, meldt de CIVD-functionaris. Er is een ‘florerende wapenlijn’ tussen het voormalige Europese Oostblok – waar AK47-geweren vandaan komen – en Colombia, met Suriname als doorgeefluik. Wapens worden geruild met de Colombiaanse Farc-rebellen tegen cocaïne. Maar ook hier moet het ‘grootschalige’ worden gerelativeerd. Op wereldschaal was de kraak bij de CIVD slechts kruimeldiefstal.

De eerste ripdeal waarbij Dino’s naam viel als opdrachtgever, was rond 1994. Daarbij werden twee Braziliaanse drugskoeriers in de benen geschoten. Dino werd gearresteerd en zat zo’n vijf maanden vast, maar toen de zaak voor de rechter kwam, luidde de getuigenverklaringen ineens angstig: ‘Het was iemand die op Dino leek.’

De tentakels van zijn beschermers reiken ver en zijn machtig. Dat wel, want hij blijft nog altijd ‘de zoon van’. Zo ook bij de zaak van de CIVD-wapendiefstal. Verdachte Jochem Brunings, die de wapens moest doorverkopen, trok zijn aanvankelijke verklaring in dat Dino zijn ‘opdrachtgever’ was. Opvallend was dat Brunings dat deed nadat hij ‘ongevraagd’ bezoek had gekregen van Irvin Kanhai – bij uitstek nationale advocaat van duivel – die zich meldde als raadsman.
Kanhai is ook huisadvocaat van vader Desi en schijnt weleens vaker ongevraagd op te duiken als interessante drugsverdachten zijn opgepakt. Soms beklagen verdachten zich bij de dienstdoende inspecteur dat zij niets moeten hebben van Kanhai omdat hij ‘dicteert’ wat ze moeten verklaren, en vooral wat niet. Ook Brunings, die wel vier keer erbij bleef dat Dino de opdrachtgever was, wilde aanvankelijk niets van Kanhai weten. Uiteindelijk ging hij overstag. En niemand weet of hij eventueel is bedreigd of betaald.

Post-militaire schaduw

Volgens de CIVD-functionaris hadden justitie en politie geheel ‘geen behoefte’ om Dino te arresteren. Domweg uit angst. “De schaduw van het post-militairisme is dan wel weg, maar daarvoor is in de plaats gekomen de georganiseerde misdaad, waarbij veel exponenten van de NDP zijn aangesloten”, aldus de CIVD-functionaris.
Binnen justitie vrezen mensen nog altijd voor een ‘aanslag op hun leven’ als ze te voortvarend werken om onderwereldfiguren achter slot en grendel te krijgen. De kogels worden niet meer verwacht vanuit de militaire hoek maar vanuit de drugswereld. Meer dan eens ontplofte bij het huis van een agent van de (militaire) politie een handgranaat. De envelop met kogels is eveneens een probaat waarschuwingsteken.
Bovendien is, aldus de CIVD-functionaris, de ‘verwevenheid tussen politie en onderwereld’ nog altijd een feit. “We twijfelen sterk aan het rechtssysteem”, zegt hij. En over de CIVD-wapendiestal: “Bij deze kwestie lag er genoeg om lastige personen eruit te halen, wat ook goed zo zijn voor het imago van de politie. Vanuit de CIVD is aangedrongen op een arrestatiebevel tegen Dino.”

Dat hij ondanks het internationaal opsporingsbevel tussendoor in Paramaribo was en met een “gerust hart op een terrasje kon zitten”, kwam omdat er geen nationaal opsporingsbericht was gelanceerd. Terwijl de kranten regelmatig tronies van kleine, vuurwapengevaarlijke criminelen toont, bleef Dino buiten schot. Daardoor was hij zelfs in Suriname vooral een naam en in veel mindere mate een gezicht. Volgens de CIVD-functionaris werd besloten geen nationaal opsporingsbericht te verspreiden “om te voorkomen dat binnen de samenleving verontwaardiging zou ontstaan dat man gewoon vrij rondloopt zonder dat er wordt ingegrepen”.

Nodige voorzichtigheid

Door op simpele wijze tegen de lamp te lopen in Curaçao, had Dino zelf gezorgd voor een verrassende wending: hij reisde met een vals Nederlands paspoort. Toen zijn aanhouding wereldkundig werd, moest Suriname natuurlijk wel reageren. Dat ging dus kennelijk niet van harte. De hoge politiefunctionaris reageert fel op de aantijgingen van de CIVD-man dat politieagenten samen met Dino voetbalden. “We zijn een paar keer na melding van de CIVD erop uit gegaan met groot machtsvertoon. Daar aangekomen was Dino nergens te bekennen; het enige dat we hadden bereikt waren verontwaardigde sportende collega’s die in grote verlegenheid waren gebracht.”

Hij weerspreekt dat er bij de politie geen bereidheid was, maar laat doorschemeren dat van bovenuit wel om de ‘nodige omzichtigheid’ is verzocht. Niet zozeer uit hoofde van klassenjustitie als wel van ‘politieke rust’. Liever ‘geen wapengekletter’, want dat zou alleen maar voor onrust en onzekerheid in de samenleving zorgen, was de boodschap. “Maar”, zegt de politiefunctionaris, “die voorzichtigheid was na de arrestatie van Dino (in 1993 –red.) enigszins weggevallen. Bovendien moet het effect van deze zaak niet worden onderschat, zowel nationaal als internationaal. Het gaat er nu om dat personen moeten begrijpen dat wet en recht in dit land voor een ieder geldt.”

Waarachtige woorden maar Dino’s raadsman, de eerder genoemde Irvin Kanhai, keek slechts naar de bewijslast. “Straks is deze zaak afgewikkeld en loopt mijn cliënt weer vrij rond”, zei hij stellig. Slechts één getuige had Dino’s naam genoemd. Verder waren was er geen feitenmateriaal dat duidde op een ‘redelijk vermoeden van schuld’. Verdachte Brunings trok naderhand zijn verklaring in. Hij zei dat hij Dino’s had genoemd met hoop er ‘goed vanaf te komen’. En nogmaals: Kanhai was inmiddels ook raadsman van Brunings.

Overigens was de zaak-Dino was ‘helemaal niet zo groot’ volgens Kanhai. Het was niet bepaald een mededeling die het ego van zijn cliënt moet hebben gestreeld, want vaders zaak wel megagroot, tot over de internationale grenzen. “We doen er alleen maar interessant over” zei Kanhai destijds over Dino’s zaak. “Als ik vader Bouterse was, zou ik me geen zorgen maken. Ik geef hem zelfs de garantie dat het niet tot vervolging komt.”

Juridische wassenneus

Kanhai’s bevindingen kwamen overeen met die van de CIVD-functionaris waar het ging om de wil tot vervolging. “Het is een plat dingetje”, zei hij over het CIVD-dossier, dat inderdaad een dikte had waarmee alleen een eerstejaarsstudent indruk zou maken met zijn scriptie. Kanhai durfde zelfs te stellen dat het een ‘juridische wassenneus’ was. Hij kreeg gelijk. Brunings werd door de burgerrechter alleen wegens ‘heling’ veroordeeld tot twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan acht voorwaardelijk. De overige vier had hij al in voorarrest afgelost. Brunings was dus a-priori alweer een vrij man.

Derde verdachte luitenant Willem Benjamin van de CIVD bleef – zwerend op God – tegenover de krijgsraad erbij onschuldig te zijn. Echte harde bewijzen tegen hem waren er ook niet, slechts sterke vermoedens. Zijn vingerafdrukken zeiden niets, want hij was immers verantwoordelijk voor de opslag van de CIVD-wapens. Ook hij werd vrijgesproken. Brunings had het niet gedaan, Benjamin niet, Dino evenmin.

Het van binnenuit bij de CIVD’ bleek dus veel breder dan één man. Informant Ronnie Brunswijk werd twee dagen na de wapendiefstal incognito als kat op de melk afgestuurd, met bijna 60.000 Amerikaanse CIVD-dollars op zak, om zich op te werpen als ‘geïnteresseerde wapenkoper’. Kanhai vond het overigens maar ‘verdacht’ dat de CIVD niet de tweede geplande transactie heeft afgewacht maar Brunings al na de eerste arresteerde.
“Bij de tweede transactie zou de verkoper in beeld zijn gekomen, waarom heeft men dat niet afgewacht?” wierp hij de vraag op. De CIVD arresteerde Brunings op een zaterdag en Dino, die door hem werd genoemd, bleek al vrijdag te zijn gevlogen, richting Curaçao. Niet alleen hij was weg. Ook een groot deel van de wapens en 60.000 dollar aan kostbare belastingcenten.

Ordinair berghok

Lesley Rogers, destijds de raadsman van luitenant Benjamin, zei over de situatie bij de CIVD: “Ik wil het helemaal geen wapendepot noemen, maar een ordinair berghok. Er staan ook bezems, toiletspullen, mokers en toevallig ook wapens in een ijzeren kast met twee hangsloten die je bij de Chinees op elke hoek kan kopen. Iedereen loopt er in en uit en pakt wat-ie nodig heeft. De hoofdschuldige is de CIVD zelf want die heeft zelf zo’n dusdanige situatie gecreëerd.”

Luitenant Benjamin beweerde dat zijn werkkamer ook met de ‘toiletsleutel’ geopend kon worden en dat de sleutels van de ‘wapenkasten’ in zijn bureaula lagen. Volgens de politiefunctionaris was de mogelijkheid van de overal passende toiletsleutel best mogelijk. “De overheid koopt voor al haar gebouwen een bulkpartij sloten en die sleutels passen overal op. Toen ik ontdekte dat ik met een sleutel vier werkkamers kon openen, heb ik direct op mijn deur een elektrisch slot laten plaatsen.”

Bouterse is boos

Over de dunne bewijsbewijslast in 2003 zei Kanhai destijds: “Als ik vader Bouterse was, zou ik me geen zorgen maken. Ik geef hem zelfs de garantie dat het niet tot vervolging komt. Dino is vrij relaxed en voelt zich onschuldig.” Kanhai kreeg in alles gelijk. De auditeur-militair vroeg al een maand voor het vonnis van 28 oktober om vrijspraak wegens gebrek aan ‘overtuigend en wettig bewijs’.

Zal de recente geschiedenis zich nu weer herhalen? Het antwoord van Kanhai ditmaal: “Ik kan er nu nog geen zinnige uitspraken over doen.” Maar of barbertje nu hangt of niet, iemand die dicht bij de NDP staat, weet te melden: “Bouterse is bóós op zijn zoon.” Los van dat het tijd werd: rijkelijk te laat. Hopelijk ook ten gunste van het imago van Suriname. Overigens is de kans dat Bouterse onze volgende president wordt, net groot als de kans dat een koe een haas vangt. Maar nog altijd geldt: men weet niet hoe die hem vangt.

Naschrift: Dino Bouterse werd veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf en vader Desi werd geen president van Suriname. De 'toppolitiefunctionaris' sprak wel met naam en toenaam in Nieuwe Revu, maar verzocht zijn naam niet te noemen in deze lokale versie, om de rechtszaak niet negatief te beïnvloeden. Het was commissaris en hoofd Justitële Dienst Chandrikapersad Santokhi, de huidige minister van Justitie en Politie. De top CIVD-functionaris wilde ook in Nieuwe Revu anoniem blijven, maar in het dorp Paramaribo zeiden velen in kéér raak tegen mij wie het was.
"Je hebt je laten misbruiken door hem", was ook een kritiek van iemand uit veiligheidskringen. Het is maar de vraag. Ik moet wel zeggen de deuren van de anders altijd hermetisch gesloten CIVD ineens als in Alice in Wonderland wagenwijd voor mij open gingen destijds. Maar al met al heb ik nog veel meer off the record gehoord over de verweving tussen boven- en onderwereld. Hoewel sombermakend was ik dankbaar deze realiteit te horen. Je wil het niet weten. Je kan alleen denken aan de woorden van VVD-coryfee Frits Bolkenstein, die zonder ooit in Suriname te zijn geweest, zei: "Suriname is een roversnest."
Iwan Brave, Amsterdam maart 2007