donderdag 1 maart 2007

De Verstopte Rechtsgang


Esbert Vriesde: "Ik Kan Geen Recht In Mijn Land Halen"


De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) heeft vernietigend geoordeeld over de Surinaamse rechtspraktijk. De OAS constateert dat rechtzoekenden ‘geen genoegdoening' vinden, ‘vertragingen' en ‘obstructies' in het rechtssysteem en ‘tegenstrijdige uitspraken'. Drie burgers hebben afzonderlijk een klacht ingediend. Ook het relaas van Esbert Vriesde (72) lijkt hieronder te vallen.



Tekst Iwan Brave/dWTfoto Hijn Bijnen - de Ware Tijd, 3 maart 2005

Er is niets romantisch aan het hoogste rechtscollege van Suriname. Niets van een advocaat die een vurig pleidooi houdt, niets van rumoer in de zaal en een rechter die de menigte tot stilte afhamert: orde, orde! Het is een dodelijk saaie, lichtelijk deprimerende uitwisseling van paperassen en afvinken. En dan is de raadkamerwisseling. De rechters staan op en maken plaats voor een nieuwe samenstelling. Nu komt Von Niesewand als voorzitter en is Pultoo gewoon lid. In hetzelfde tempo wordt een hele stapel dossier van meestal uitgestelde zaken weggewerkt.

Wie wel in de startblokken zit om een vurig pleidooi te houden is de 72-jarige Esbert Vriesde, directeur van de landbouwonderneming Vriesde NV uit Coronie, in gezelschap van zijn vrouw. Begin oktober zaten ze er ook al voor ‘uitspraak'. Bijna een half jaar later zitten ze er weer voor ‘uitspraak'. In al die maanden is dat steeds weer met twee weken uitgesteld. Zo snel als de dossiers worden afgehamerd, zo tergend langzaam gaat het proces om je rechtszekerheid of -gelijk in Suriname te krijgen. Al 25 jaar verkeert Vriesde in een onophoudelijke juridisch doodsstrijd over de onwettige occupatie (bezetting) van zijn plantage The Hague. Hij was 47 jaar toen het allemaal begon. Nu is hij een grijze, kalende zeventiger en nog is de lijdensweg niet voorbij. Op Vriesde is het vernietigende oordeel van de OAS over de Surinaamse rechtspraktijk van toepassing. De OAS heeft de Staat Suriname tot 8 april de tijd gegeven hierover duidelijkheid te geven. Drie burgers hebben afzonderlijk een klacht ingediend. De OAS constateert dat rechtzoekenden in Suriname ‘geen genoegdoening' vinden, ‘vertragingen' en ‘obstructies' in het rechtssysteem en ‘tegenstrijdige uitspraken'.

Buitengesloten
Nog voordat de zaak van het echtpaar Vriesde aan bod komt, schorst Von Niesewand de zaal wegens comparitie van twee partijen in een andere zaak. Nog geen vijf minuten later steekt de advocaat zijn hoofd naar buiten en roept dat iedereen weer binnen mag komen. Voordat we plaats kunnen nemen, roept mevrouw Vriesde ontzet: "Ze hebben onze zaak al afgehandeld." Meneer Vriesde wil het niet geloven. "Dat zegt die advocaat tegen me; uitstel tot 1 april", herhaalt zijn vrouw. Vriesde vraagt de aandacht van Von Niesewand: "Edelachtbare, ik verzoek u mij te horen." Maar Von Niesewand lijkt hem niet te zien of te horen. Dan volgt een emotionele uitbarsting van het echtpaar. "We willen uitspraak, we hebben recht op uitspraak", klinkt het getergd. Tranen springen ze in de ogen. Je houdt je hart vast voor het hart van de 72-jarige man.
Er is niemand die hen komt bedaren. Integendeel, er roept zelfs een deurwaarder: "Smijt die man eruit." Niet bepaald wat je wil horen in een instituut waarvan gezegd wordt dat je er je recht kan halen als het je elders wordt ontnomen of onthouden. Wat Vriesde ook probeert, die kleine moeite om weer even naar zijn dossier te kijken wordt niet genomen. Het is hard, keihard, bijna onmenselijk ongevoelig. Zeker als je je bedenkt dat het echtpaar al om vier uur uit Coronie vertrok om op tijd te zijn, en dat het niet de eerste keer is dat ze opdraven en voortdurend met uitstel worden geconfronteerd. Als het echtpaar maar niet tot bedaren komt, rapen de rechters hun boeltje bij elkaar en verdwijnen.
Buiten de rechtszaal gaat de tirade van het echtpaar Vriesde door. Een ordewachter wordt erbij gehaald. Hij is de eerste die menselijk medeleven toont: "Pappie, ga je recht zoeken", zegt hij. "Ik kan geen recht meer vinden in dit land", zegt Vriesde. "Ik verlaat me nu alleen nog op God." Hij komt tot bedaren, zijn vrouw ook.
"Ze gebruiken de deurwaarder om ons uit te schakelen", beweert Vriesde. Het gebeurde eerder in november dat zij op deze wijze buiten werden gesloten. "De deurwaarder heeft verzuimd; de mensen hadden wel geroepen moeten worden", beaamt een jurist die een sigaretje is komen roken. Meer kan hij niet voor ze doen. Een hindostaanse mevrouw komt op ze afgestapt. "Ik geef u alle gelijk; ik ben al 21 jaar bezig met een voogdijzaak", zegt ze emotioneel. "Vandaag is de oudste jarig, hij weet niet eens wat een vader is." De vrouw huilt en daalt vertwijfeld de trap af, weer op weg naar het ongewisse.

Volledig eigendom
Al in 2002 berichtte deze krant dat Vriesde gevangen zit in een ‘rechterlijk gejojo'. Nu lijkt hij er nog meer in verstrikt geraakt. Esbert Vriesde keerde in 1983 terug naar Suriname om een zaaivermeerderingsbedrijf, een rijstpellerij en drogerij op te zetten. Maar twee zaken gooiden roet in het eten. De sluizen aan de Oost-Westverbinding hadden ondeugdelijke kleppen, waardoor zoutwater de plantage opstroomde. En 80 hectare bleek geoccupeerd door NV Vooruitstreven, sinds begin jaren '80.
Vriesde beschikt over alle authentieke papieren waaruit onbetwist blijkt dat plantage Hague volledig zijn eigendom is. Zoals een kaart van landmeter Loth uit 1872 en de handgeschreven akte uit 1900 waaruit blijkt dat de grond aan zijn vader, Ferdinand Vriesde, is verkocht. Op grond hiervan oordeelde rechter Gangaram Panday in 1990 in een kort geding dat de plantage aan Vriesde NV toebehoort. Maar in 1997 – zeven jaren later – werd het vonnis vernietigd en terugverwezen door de rechters Veldema en Oosterling naar rechter Ramnewash, die oordeelde dat niet alle landgrenzen vaststaan. Maar in 2002 oordeelt rechter Pultoo dat Vriesde NV op basis van de bestaande landmetingen mag blijven. Maar ondertussen had Vooruitstreven beslag laten leggen op de inventaris zodat het bedrijf geen kant op kon. Hiertegen had Vriesde in 1998 hoger beroep aangetekend.
In de andere kwestie vonniste kortgedingrechter Von Niesewand in 1994 dat de overheid (Openbare Werken, OW) de sluis "binnen een maand" moet herstellen. Nu, 11 jaar (!) later, lapt de overheid nog steeds dit vonnis aan haar laars. Zelfs beslagleggingen doen OW niet tot inkeer komen. Integendeel. Drie jaar geleden heeft dit ministerie zelfs getracht de beslagleggingen ongedaan te krijgen met de bewering dat er uitvoering is gegeven aan het vonnis van 1994. Maar februari vorig jaar stelde rechter Rasoelbaks de overheid weer in het ongelijk. Nu, een jaar later, heeft de overheid nog steeds geen uitvoering aan dit vonnis gegeven: geen herstel van sluizen en geen geld wordt uitgekeerd, hoewel de beslagleggingen al in de miljoenen SRD's lopen.

Nieuwe dimensie
De rechterlijke nachtmerrie van Vriesde NV had al in 1987 een nieuwe dimensie gekregen, toen buurman Issa ook de grens van plantage Hague betwistte en een stuk land, kanaal en dam opeiste. In 1998 kreeg buurman Issa ongelijk van rechter Gangaram Panday. Issa ging in hoger beroep en hierin lijkt maar geen uitspraak te komen. Daarom had Vriesde zo gehoopt verlost te worden van de knagende onzekerheid.
"We hadden echt gerekend op een serieuze uitspraak", zegt hij, later in de middag als hij weer is bijgekomen. Over het buiten sluiten zegt hij: "We hebben ervaren dat rechters in Suriname het niet dulden dat cliënten aanwezig zijn bij hun eigen zaak. Maar ik kan onmogelijk onder de kokosbomen van Coronie staan praten; het moet hier bij de rechter." Zijn vrouw zegt: "Maar het wordt je verboden."
In de zaak tegen buurman Issa heeft Vriesde zich met klem verzet tegen opnieuw meten van de grenzen. Want dat is al tot in den treure gebeurd en steeds kreeg hij van de landmeters het gelijk aan zijn zijde. Vriesde: "Al 25 jaar praten we over grenzen: alles is er en nog kan de rechter geen uitspraak doen. Als het hierop aankomt, weigert de rechter. Ze zitten er alleen maar met de bedoeling om de vonnissen op te stapelen. Er komt eenvoudig weg geen uitspraak."
De hoger-beroepszaak die Vriesde in juni 1998 indiende – dus al bijna zes jaar geleden – tegen de beslaglegging en voortdurende occupatie door NV Vooruitstreven, verschijnt maar niet op de rol van het Hof van Justitie. Maar dat is niets vergeleken bij een andere hoger-beroepszaak die al in november 1986 werd ingediend ten aanzien van een andere plantage (Welgelegen).

Afglijdende rechtsstaat
Rondgang leert dat Vriesde geen spoken ziet."Het hoger beroep is een gigantisch probleem, het wordt niet behandeld als je niet hosselt bij de griffier", zegt jurist Hugo Essed over hoger-beroepszaken op de rol krijgen. "Als advocaten hosselen bij de griffie en werken met grote voortvarendheid, dan wil het wel het Hof bereiken. Maar dat is ook geen honderd procent garantie, want het Hof is overbelast", aldus Essed. Het verontrustende gevoel over de rechtsstaat blijkt niet overdreven. Essed: "Mijn collega Kruisland en ik hebben dat al eerder bij een persconferentie aangekaart. De rechtsstaat Suriname is ernstig in gevaar en aan het afglijden. De rechterlijke macht is volledig vastgelopen. Het is vrijwel onmogelijk om in Suriname je recht te krijgen. De enige redelijke manier is het kort geding, waarbij je in zes maanden een uitspraak kan krijgen, en die is dan voorlopig. Een bodemprocedure duurt 3 tot 4 jaar. Als je in hoger beroep gaat, dan kan het vier jaar duren voordat je het op de rol krijgt en dan kan het nog eens 4 jaar duren voordat het op de rol komt. Afgaand op het principe dat iemand twaalf jaren moet procederen, dan is Suriname geen rechtsstaat."
René Kappel is deurwaarder bij het Hof van Justitie. "Bij uitgestelde zaken, zit je al gauw weer een jaar verder, want er kan maximaal drie maanden per uitstel worden gekregen", zegt hij over de rechtsgang. Volgens de deurwaarder heeft de brand van het Kantongerecht in de Wulfingstraat ‘veel gefrustreerd'. "Wat over is gebleven, is op de grote stapel gegaan, zonder dat men wist welke zaken precies wat inhielden." Ook Kappel laat doorschemeren dat je flink moet leuren bij de griffie. "Als de rechter vonnis heeft gesproken, dan moet je wel de griffier achterna lopen om het vonnis te krijgen. Als je haast hebt, dan is dat wel raadzaam", zegt hij.
Kappel bevestigt dat de overheid structureel vonnissen aan haar laars lapt. "De overheid houdt geen rekening met de wettelijke formaliteiten. Daardoor volgt beslaglegging op beslaglegging. Vroeger was het een unicum. Nu is het schering en inslag een zaak tegen de overheid en bij elke rechtszitting."
"Een loze kreet", reageert Gladys Karsters-de Rijp, hoofd van de Griffie van het Kantongerecht, op de bewering van jurist Essed over het moeten hosselen bij de griffie. Ze geeft wel toe dat het ‘afhankelijk van de zaak', soms ruim een half jaar kan duren voordat de stukken allemaal in orde zijn en de zaak wordt doorgestuurd naar het Hof. "Wat daar gebeurt, hebben wij geen invloed meer op."
We overleggen haar twee indieningen van Vriesde voor een hoger beroep. Over die van november 1986 zegt Karsters-De Rijp meteen en resoluut: "Die is verloren gegaan met de brand van het Kantongerecht van 1989. Uit die periode is alles verloren gegaan." De indiening van 1998 neemt ze met enige verbazing in ontvangst. Als ze een medewerker erop afstuurt, komt die onverrichterzake terug. Ook Karsters- De Rijp, die daarna zelf gaat zoeken, kan het dossier nergens vinden. Wellicht dat hij ligt op de ‘grote stapel' van de Wulfingstraat.

Coronie kapot
Maar Vriesde beproeft meer dan alleen een verstopte rechtsgang. Hij meent dat de rechterlijke macht de Staat Suriname in bescherming neemt. In Coronie zouden in de militaire jaren meer onwettige occupaties zijn geweest op gronden van particulieren. "De Landbouwbank heeft destijds ongecontroleerd geld gestrooid en wij eigenaren moeten daaronder lijden, en dit maakt heel Coronie kapot", zegt Vriesde. "Ik heb Ramnewash toen geschreven dat hij onder ede liegt. Sommige rechters zijn er alleen maar om het werk van hun collega's af te keuren. En dat is een gevaar voor Suriname, wat ik aan den lijve ondervind. Gangaram Panday heeft vonnis gewezen na een kundig onderzoek. Het is een vonnis dat niemand die constructief, rationeel of integer is, kan afkeuren."
Een saillant detail is dat dezelfde rechter Ramnewash zegt op basis van dezelfde bevindingen dat Issa geen gelijk heeft. En wel op exact dezelfde dag dat hij Vooruitstreven in het gelijk stelt: 3 juni 1998. De Ware Tijd beschikt over een compleet dossier van alle vonnissen, gronddocumenten en briefwisselingen die Vriesde heeft gevoerd met rechters. "Als burger kan je enkel maar de conclusies trekken dat je hier niet met rechters, maar met politici te maken heb, want zij moeten voor de Landbouwbank de occupant op het perceel houden. Rechters proberen vonnissen die al ten uitvoer zijn gebracht, in het nadeel van de Staat te vernietigen", aldus Vriesde.
Ook nu wordt hij voor zijn gevoel hiermee geconfronteerd. Ten aanzien van het herstel van de sluizen heeft de overheid gesteld hieraan uitvoering te hebben gegeven. Maar rechter Rasoelbaks ging in februari vorig jaar hierin niet mee en wees de eis af van de overheid om de beslaglegging door Vriesde op te heffen. "Maar nu tracht de Centrale Bank van Suriname het vonnis te vernietigen via rechter Valstein-Montnor, die het vonnis van Rasoelbaks totaal negeert", zegt Vriesde. Daarom heeft hij zich in de eveneens slepende kwestie tegen Issa zich met hand en tand verzet tegen het opnieuw meten van zijn grond. "Als ik één mistake had gemaakt bij de zaak-Issa, dan was ik een kanaal kwijt en een van de sluiskleppen, dan was mijn perceel niet meer de juiste grootte. Dat hebben ze geprobeerd. Ze hadden al een afspraak hierover gemaakt. Daarop zat Valstein-Montnor te wachten."
Mevrouw Vriesde: "Alle investeringen die we hebben gedaan zijn teniet gegaan door het zo lang bezig zijn door de rechters. Banken willen geen leningen met ons afsluiten omdat ze eerst duidelijkheid willen. We moeten van ons perceel leven, maar het wordt ons onmogelijk gemaakt door het systeem van het recht dat de overheid ook nog eens beschermt."
Vriesde: "Na 25 jaar bezetting van ons eigendom en dat je niet twijfelt en honderd procent weet dat ik er geboren ben en sinds mijn moeders ingewanden met vrede heb gewoond, men heeft tijdens de nachtelijke overval van de militairen op de democratie ons perceel geoccupeerd."