zaterdag 10 maart 2007

‘Gewoon Geeta gebleven’


Velen dachten dat Geeta Mangal-Mansaram (30) in 2000 slechts voor het verjongde aangezicht aanschoof in De Nationale Assemblee. Tweemaal ‘timmerde' ze op ministers en leek ze in botsing te komen met de partijdiscipline. Toch staat ze nu op een tweede, verkiesbare plaats op kandidatenlijst van Wanica. "Dat wil dus zeggen dat de partij voor kwaliteit gaat. Ik was een testcase voor het Nieuw Front."

Tekst Iwan Brave/de Ware Tijd, 23 april 2005 - foto DNA


Het huis van Sharmila Geeta Ratna Mangal-Mansaram en haar man is eenvoudig en nauwelijks ingericht. Ze zijn net enkele weken geleden verhuisd, van de ene uithoek in Wanica naar de andere. Het is een huurhuis. In de woonkamer staat, op de nodige apparatuur na, eigenlijk alleen een bankstel. Wat ook opvalt is het altaar, tegen een muur, met overwegend rode kleuren en religieuze relikwieën.
Mangal zit ontspannen in kleermakerszit op de bank. Ze is lid van ‘The International Society for Krishna Consciousness', ook wel bekend als Hare Krishna. "Het is een levensfilosofie met vier basisprincipes", vertelt ze over haar geloof. "Eén: geen intoxicerende dranken, waaronder thee en koffie; twee: niet gokken; drie: geen ongeoorloofde seks en vier: vegetarisch eten. Mijn man Roy was er eerst bij. Ik volgde later. Ik had er veel kritiek op in het begin. ‘Wie eet er nu geen vlees?' zei ik. Maar wanneer de filosofie uiteen wordt gezet, dan spreekt het aan. Vlees is alleen maar streling van de tong; maar voor je spirituele beleving is het niet goed." Lachend zegt ze: "Ik heb nu vijf kookboeken met duizenden recepten; het is heel goed gelopen allemaal."
Op het altaar ligt het heilige geschrift de Bhagvad Gita. Elke morgen gaat ze in gebed. Dagelijks zestien ‘rondjes' chanten, met de mala in de hand, die 108 kraaltjes heeft. Per ronde chant ze de mantra: ‘Hare Krishna, Hare Krishna, Krishna Krishna, Hare Hare; Hare Rama, Hare Rama, Rama Rama, Hare Hare.' En dat zestien maal 108 kralen. Ze deelt het op in tweemaal een uur per dag. "Als je wordt geïnitieerd dan moet je je strikter aan de regels houden, dan wordt je espiring disciple ", vertelt ze. Maar zover is Mangal-Mansaram nog niet. Vooral vanwege haar politieke drukte.
Toch is ze er voorstander van dat het beroep van parlementariër een fulltime betrekking wordt. "Nu zijn we parlementariër plus iets. Ik ben beleidsmedewerker bij het Ministerie van Openbare Werken, het gaat daardoor minder goed. Je doet je best. Maar een goede wet vergt veel research. Je wil goed handhaafbare en goed uitvoerbare wetten maken. Bij een dubbele functie gaat eentje inboeten of gaan beide minder goed."
De ‘schadeloosstelling' die ze krijgt als parlementariër, plus de representatie- en autotoelage, komt op zo'n vijfduizend Surinaamse dollar.
Op de vraag of dat niet al voldoende is om alvast fulltime aan de slag te gaan, zegt ze: "In de ogen van het volk is het een immens bedrag. Maar als vertegenwoordiger van de district ben je een manusje-van-alles. Iedereen komt naar je toe: de tempels, de sociale en culturele verengingen en organisaties en dan ook nog de sociale gevallen. Je bent constant bezig met geven. Ook vanuit mijn religieuze achtergrond: wat je ook geeft; je stuurt nooit iemand met lege handen weg. Ook je familie; bij huwelijken kan je niet komen met donaties van een tientje. Al mijn geld zit zowat in donaties. Anders had ik mijn eigen huis al gebouwd. Mensen dachten ook dat ik als parlementariër zou veranderen. Maar ze zien: ‘Geeta is Geeta gebleven'. Het verbaast ze. In onze tempel wordt het ook gepropageerd: je moet nederig blijven." Met trots zegt ze: "Ik heb geen enkele privilege van de overheid genomen: geen auto, geen benzine, geen perceel, geen huis, geen niks; alles is van mezelf."

Nieuwbakken politica
Hoewel ze in 2000 gelanceerd is als een nieuwbakken politica, zit ze al 13 jaar in de politiek. Daarvoor was ze kaderlid van de VHP. "Toen al was ik actief op het podium. Ik was goed in mijn Nederlands en Hindi; dat sloeg aan. In 1996 was ik RR-kandidaat, maar ik deed hiervan principieel afstand vanwege een andere regering die aantrad." Dat jaar liepen vijf VHP'ers, onder wie Marijke Djwalapersad, over als splinterpartij BVD, waardoor een door de NDP geregisseerde regering kon aantreden. "Dat Marijke overliep, heeft voor mij een deur opengemaakt. In 1999 studeerde ik af en had vanaf 1997 stage gelopen bij Jagernath Lachmon. In die tijd deed ik een politiek programma bij Sangeet Mala, gericht tegen de regering-Wijdenbosch. Er waren toen heel wat corruptiezaken aan de gang."
`Haar kandidaatstelling in 2000 kwam als een ‘verrassing'. Het werd haar pas medegedeeld op de partijraadsvergadering die over de kandidaatstellingen ging. "Ik was best geschrokken. Je bent 24; wat heb je te zoeken in het parlement. In die periode was ik onder leiding van Radjkoemar Randjietsingh, via hem ben ik erin gekomen." Over haar ervaringen als parlementariër zegt ze: "Je moet je aanpassen aan de omstandigheden. Het zijn lange vergaderingen. In het begin had ik veel moeite daarmee. Er was niet echt regelmaat. Soms waren we twee tot drie uur in de ochtend er nog niet uit. Met de huidige voorzitter is het besluit genomen te vergaderen tot uiterlijk zes uur 's avonds, bij begrotingsbehandeling tot acht uur en in zeer uitzonderlijke gevallen tot tien uur. Met de nieuwe leiding is er heel wat ordening gekomen. Ik kan me daarin terug vinden."
Ook kan ze zich terugvinden in de partijdiscipline. "Als je lid wordt van een partij dan ga je mee met alle geschreven regels en de partijbeginselen. Binnen dat kader dien je te functioneren. Het opereren binnen dat kader kan in strijd zijn met je persoonlijke visie." Mangal-Mansaram is ervan overtuigd dat Suriname ‘geen personendemocratie' is maar een ‘partijendemocratie'. Het staat ook zo in het decreet op de politieke organisatie; iemand kan alleen gekozen worden voor de DNA als lid van een politieke organisatie.
Daarom stond ze ook achter de Terugroepwet die ze mede heeft ontworpen. "Ik zal nooit meewerken aan een wet die mij monddood maakt. Aanvankelijk stonden ook in het ontwerp formuleringen als ‘in strijd met je verkiezingsbelofte' en ‘in strijd met partijbeginselen'. Maar dat was te ruim. Ik heb toen voorgesteld het te beperken tot twee gronden: royement – bijvoorbeeld wegens onzedelijk gedrag – en overlopen. We zinspeelden al geruime tijd op zo'n wet. Het was Fred Derby die had gezegd: ‘We moeten het overlopen van parlementariërs tijdens de rit aan banden leggen'."


Luis in de pels

Tweemaal leek haar persoonlijke visie openlijk in botsing te komen met de partijdiscipline. Tijdens de begrotingsbehandeling van 2004 zei ze ‘ongezouten dat een aantal ministers die weer met ‘hetzelfde verhaal' kwamen maar beter niet terugkeert voor een tweede termijn. En twee en een half jaar was ZE een luis in de pels minister Gilds van Justitie en Politie. Ten aanzien van het criminaliteitsvraagstuk eiste ze meer pit en daadkracht van Gilds. "We zijn coalitie; je draagt een stukje regeringsverantwoordelijkheid," verheldert ze nogmaals. "Daarom moet je een tweesporenbeleid trekken, een middenweg. Maar als zaken niet worden gedaan, wil je er harder tegenaan, want het belang van de samenleving staat voorop. Dan moet je misschien een beetje timmeren op de minister, en dat wordt je niet altijd in dank afgenomen."
Mangal-Mansaram werd – althans zo leek het – beide malen teruggefloten door haar partijvoorzitter Ram Sardjoe, tevens voorzitter van de DNA. Maar ze wuift deze visie van de hand. "Al zou de voorzitter mij op het matje hebben geroepen, ik heb het nooit zo gezien. Hij wilde zijn politieke ervaring met mij delen. Iemand die al 43 jaar in de politiek zit, heeft het toch wel in zijn vingertoppen", klinkt het nu ineens als een voorbeeldige leerling. "Mijn conclusie is dat je veel kan leren. Je hoeft er niet altijd mee eens te zijn. Mijn voorzitter wilde me duidelijk maken hoe het politieke spel te spelen. Ik heb opengestaan voor die kritiek. Dit politieke spel en het algemeen belang hoeven niet met elkaar in strijd te zijn. Je kan de minister voor hond uitmaken of je kan hem aaien. Als je het een beetje inkleed dan krijg je wel zaken gedaan. Wat is dan belangrijker: je ego strelen of dat het algemeen belang wordt uitgevoerd? Als de persoon Mangal moet buigen daarvoor, dan doe ik dat."
Al 43 jaar in de politiek, is er dan eerder sprake van politieke verstarring? "Ik heb niets bij Sardjoe gezien dat hij verstard is. Hij gaat voor argumenten: je moet kunnen onderbouwen. Het lukt mij meestal wel hem te overtuigen. Dat is nog altijd beter dan wanneer er wordt gezegd: ‘Omdat ik dat zeg'. Sardjoe gaat voor een gericht jongeren- en vrouwenbeleid. Op elke vergadering roept hij vrouwen op te participeren. Dat zou in zijn tijd een rariteit zijn. Hij heeft ook een doelgroep gemaakt van de ‘first voters', dat zijn jongeren die voor het eerst kiesgerechtigd zijn. Vanuit de partij worden zij benaderd met propagandamateriaal. We hopen dat velen respons zullen geven."

Politieke uitbraak
Hoe dan ook, het ogenschijnlijk teruggefloten worden zou normaal een schending van het politieke aangezicht zijn. Het ‘beetje timmeren' op ministers leverde meteen haar politieke doorbraak of beter gezegd uitbraak op. Ze werd een jonge heldin, omdat ze openlijk in het verweer durfde te komen tegen een rigide partijdiscipline. De West noemde haar de ‘Jeanne d'Arc'. "Het ging wel gepaard met spanning binnen de partij, omdat ik niet vooraf afstemming pleegde. Ik ging op solotoer. Maar er is wat gedaan aan de criminaliteit; soms helpt een koevoet."
Toch vindt Mangal-Mansaram het onterecht dat de indruk bestaat dat het drie jaar heeft geduurd voordat ze als jongere haar mond durfde te roeren in het parlement. "Dat is een foute indruk die mensen hebben. We werden in juli 2000 beëdigd. Inderdaad neem je de eerste maanden een afwachtende houding. In november-december, tijdens de begrotingsbehandeling, hield ik mijn maidenspeech. Ik werd toen nog geïnterrumpeerd door Jenny Simons, wat overigens heel spannend was, want zij is toch een van de ervaren mensen. Maar positieve dingen vallen de mensen niet op; alleen controverse en ruzie."
Hoewel het interne democratische gehalte van politieke partijen ‘naar een hoger niveau' moet, durft Mangal-Mansaram te stellen dat die van de VHP ‘vrij hoog' is. "Iedereen was ervan overtuigd dat ik nooit meer kandidaat zou worden gesteld, omdat ik zogenaamd ruzie met de VHP zou hebben. ‘Zij komt nooit meer op de lijst', werd er gezegd. Er waren weddenschappen afgesloten voor soms wel duizend Surinaamse dollars; mensen kwamen naar me toe om te vertellen dat ze hun geld hadden verloren", vertelt ze grinnikend. Ze is als tweede geplaatst op de kandidatenlijst voor Wanica, achter vice-president Jules Ajodhia. "Dat wil dus zeggen dat de partij voor kwaliteit gaat. Ik was een testcase voor het Nieuw Front. Mensen waren bezorgd dat Venetiaan en Gilds niet zouden tekenen. Het democratisch gehalte van het Nieuw Front is toch wel hoog en dat geeft heel wat hoop voor de toekomst."

Nationale Ombudsman
Hoewel ze stelt dat niemand onmisbaar is, ambieerde ze toch wel een tweede termijn. Ze had namelijk voor een aantal zaken gepleit zoals het ‘Instituut Nationale Ombudsman', waarover overigens haar afstudeerscriptie ging. Mangal-Mansaram is bezig met de voorbereiding van een wetsontwerp hiervoor, wat ook wordt opgenomen in het verkiezingsprogramma.
"De Nationale Ombudsman is een belangrijk instituut om de relatie tussen overheid en burger te verbeteren", zegt ze. "Burger kunnen nergens terecht met hun klachten. Voor als je onheus wordt bejegend of dat je vergunningaanvraag of bouwtekening al een jaar ligt te wachten voor behandeling. Bepaalde beroepsmogelijkheden werken nu eenmaal niet in de praktijk of mensen kennen die niet. En de weg naar de rechter is meestal een lijdensweg. Zo'n instituut vereist wel een hoog democratisch gehalte; je moet als overheid zo'n waakhond gedogen. De wetsartikelen zijn af, alleen de memorie van toelichting levert nog enkele problemen op."
Sowieso kon het allemaal veel beter wat de afgelopen vijf jaar is neergezet. "Ik onderwerp mezelf altijd aan kritiek. We zullen de komende periode zeker harder moeten werken aan bepaalde stukken. Ik ga mijn eigen aanpak verbeteren: meer ordening en meer mensen betrekken bij het werk, ook jongeren, voor meer diepgang. In het begin dachten mensen dat ik alleen aanzat voor het gezicht van verjonging; om vijf jaren een jaknikker te zijn. Die mensen hebben lelijk op hun neus gekeken."
En is minister Gilds een van die mensen? "Gilds is een heel aardig mens, heel aangenaam. Maar op het punt van beleid ging het best wel niet goed. Hij wilde bepaalde mensen in bescherming nemen. Mijn standpunt is: haal ze weg, want we hebben geen tijd te verliezen. Mensen dachten dat ik iets tegen Gilds had. Dat was ook het dilemma: hij is een innemend mens, jammer was uitgerekend hij de minister van Justitie. Maar wanneer het algemeen belang in het geding zal zijn, zal je mij toch even hard kritiek horen leveren, of het mijn eigen regering is of niet. Het inkleden zal dan niet altijd even goed lukken."