zaterdag 10 maart 2007

Niet Tégen, Maar Vóór - Marten Schalkwijk


DOE is een hervormingspartij. Dat betekent dat vóór de verkiezingen niet met de NDP, VVV of het Nieuw Front wordt gewerkt.


Tekst Iwan Brave/dWT foto Hijn Bijnen, de Ware Tijd, 19 april 2005

"Het inkomen van de burger moet naar een hoger plan", zegt voorzitter Marten Schalkwijk, tevens lijsttrekker in Paramaribo. Hij is pragmatisch en hekelt de ‘schijnwerkelijkheid' van de Surinaamse democratie. "Het is een flinterdun vernislaagje, maar inhoudelijk is het niets."

Tegenwoordig is het kantoor van Nikos (NGO Instituut voor Kaderontwikkeling en Onderzoek) niet meer te missen in de Albergastraat. Buiten staat prominent een verkiezingsbord van UPS-DOE B ‘time for a change'. Het lijkt de overgang te verbeelden van Marten Schalkwijk als onderzoeker in het sociaal-maatschappelijk veld naar de politicus in de politieke arena. Zeven jaar geleden heeft hij Nikos opgezet, zijn dagelijks werk. Veel onderzoek. "Ik probeer die samenleving goed te begrijpen en in kaart te brengen. Daarnaast begeleiden we een aantal organisaties, we monitoren een pakket van Cordaid-ontwikkelingsprojecten ter waarde van 1 miljoen euro. Dat stopt eind april."
Maar Nikos blijft. Schalkwijk wacht de verkiezingen af. Als hij in het parlement komt, zal hij Nikos als wetenschappelijk en onderzoeksbureau inzetten, om sociaal- maatschappelijke en economische zaken te ‘onderbouwen'. Daarbij zal hij veel studenten inzetten. "Ik hou ervan met jongeren te werken, niet- of net afgestudeerden. Je traint ze door met ze te praten, veel verantwoordelijkheid te geven. In zo'n drie jaar moeten ze zodanig zijn dat ze zeer goed terechtkomen. Wie goed is krijgt ontslag. Ze krijgen bij Nikos alle kansen van hun leven door hard te werken. In onze samenleving krijgen veel te weinig jonge academici goede kansen."
Eigenlijk had hij de afspraak willen afzeggen, deze vrijdagmorgen, twee dagen voor zijn vijftigste verjaardag. UPS-DOE (Unie van Progressieve Surinamers-Partij voor Democratie, Ontwikkeling en Eenheid) had de avond ervoor de eerste wijkvergadering in Nickerie, in Paradise om precies te zijn. Op de heenweg maakte Schalkwijk een tussenstop in Coronie, voor een ‘radioprogrammetje' met de DOE- lijsttrekker aldaar. De vergadering liep om elf uur ‘s avonds af, toen werd er nog nagekaart en pas rond middernacht werd de terugreis ondernomen.
Schalkwijk, de ijzervreter, ziet er geradbraakt uit. Hoewel vier uur ‘s ochtends thuis kroop hij niet meteen in bed. Eerst mediteren, de bijbel lezen en bidden. "Ik word geïnspireerd vanuit mijn geloof; niet door machtsdrang en geld verdienen", vertelt de christen in hem. "Het gaat ook om naastenliefde. Je moet voor alles een innerlijke motivatie hebben, het kan ook een externe zijn maar dan is die meestal zwakker. Dat weerhoudt mij ervan corrupt zijn of bepaalde feiten te plegen."
Hoe rijmt dit zich met een eventuele samenwerking met de NDP, die wordt geleid door een ‘veroordeelde drugscrimineel'. "Ik ben op zich pragmatisch; niet op de zaken vooruitlopen. Dat betekent dat DOE vóór de verkiezingen niet met de NDP, niet met de VVV en niet met Front wil samenwerken. Want wij zijn een hervormingspartij, omdat het inkomen van de burger naar een hoger plan moet; we draaien al dertig jaar in een rondje. Als het slecht gaat met je bedrijf, dan moet het management worden vervangen. Dat geldt ook voor een land. Er is toenemende armoede en toenemende ongelijkheid van inkomens. Na de verkiezingen kijken we wat de uitslag is. Wat heeft de kiezer aan de verschillende partijen gegeven? En op basis daarvan kijken we verder. Als de kiezer ons minder dan vijf zetels geeft, gaan we in de oppositie. We hoeven niet per se bij de pot. Van: hier, neem een of twee ministeries en de boel wordt verkaveld. We willen integraal op het beleid zitten, zo niet; in de oppositie. Dus als de mensen beleidsverandering willen, dan moeten ze ons meer dan vijf zetels geven."

Zwijggeld
Schalkwijk is niet gecharmeerd van het gemiddeld niveau in De Nationale Assemblée (DNA). Hij noemt het salaris van vele parlementariërs dan ook ‘zwijggeld'. "Want je moet toch flink van je kunnen afpraten, maar binnen de oude partijen mogen alleen de fractieleiders aan het woord. Kijk maar naar Mangal- Ramsaram; hoe lang heeft het geduurd voordat zij sprak. Het is jammer dat wij haar drie jaar lang niet hebben gehoord. Alle 51 personen dienen te praten. Ik denk dat als je de kwaliteit van de DNA vergelijkt met die van Staten in de jaren ‘60, dan is er sprake van een veel slechter niveau. Te weinig deskundigen, je merkt dat aan de debatten. Mensen met een beetje niveau zijn op één hand te tellen. De DNA is nu niet meer dat controlerende orgaan, maar het stempelkussencollege van de regering. Maar volgens de Grondwet gaat het om de mensen die gekozen worden.
Ook de oppositie vind ik heel zwakjes; die verschuilt zich achter het feit dat zij ‘niet in het machtscentrum' zit. Dus wacht men dan maar vijf jaren af. Het gaat erom dat je een goede job voor het land wil doen en vooral controle uitoefent op de regering. Het machtscentrumdenken is zo diepgeworteld dat de oppositie zichzelf uitschakelt. Men wacht liever vijf jaar; dicht bij de pot. De kiezer heeft hierdoor een verkeerd beeld van het waarom: je kan niet met alle 51 in het machtscentrum belanden. Het is voor sommige partijen ook een vrij etnische campagne van ‘ala man e nyan, mek unu go nyan ook tu'. Daarmee krijg je geen goed beleid, maar hetzelfde hoopje poep met andere vliegen."
Een duidelijke aanklacht. En Schalkwijk wil niet meer langer behoren tot de beste stuurlui die aan wal staan. Hij spreekt van een ‘schijnwerkelijkheid', een ‘flinterdun democratisch vernisje'. "Terwijl mensen pinaren", zegt hij. "Omdat vaak mensen geen visie hebben en geen inhoud. Hoe diepgaand worden zaken nu besproken in de DNA? Men praat langs elkaar heen in dit land, omdat men het debat niet durft aan te gaan."
Schalkwijk geeft nog een voorbeeld van dat ‘dunne vernislaagje'. Twee weken geleden reed hij in Nickerie, over de Cassaveweg. Toen hij een zandstraat wilde inslaan, zag hij op de hoek een infocentrum, glanzend geverfd in de kleuren van de betreffende partij. "Overal zie je die zogenaamde infocentra, waarvan tweederde gesloten is", vertelt hij. "Het is allemaal buitenkant. Toen ik die hoek omsloeg, zag ik dat de rest van gebouw ongeverfd en vol spinrag. Dat bedoel ik met dat flinterdun laagje; ‘das ist nur façade' zegt de Duitser, inhoudelijk is het niets. Veel politici hebben geen inhoud, maar proberen met wat show de kiezers op hun hand te krijgen."
Het is duidelijk dat Schalkwijk socioloog is. Hij brengt haarscherpe analyses, altijd overtuigend en onderbouwd. Zijn boek ‘Het steentje in de Nederlandse schoen' uit 1994 over de zeurende ontwikkelingsrelatie tussen Suriname en Nederland – en veel meer natuurlijk – geeft aan dat hij ook op geschrift helder kan onderbouwen. Een kwaliteit waarmee weinigen zijn begiftigd.
Hij wil niets weten over de algemene klacht van de oppositie dat niet naar haar plannen wordt geluisterd door de coalitie. Er kan ook anders oppositie worden gevoerd. Bijvoorbeeld via het ‘maatschappelijk debat'. Schalkwijk: "Als je de burgers achter je krijgt, dan zal het moeilijk zijn om het plan af te wijzen. Neem bijvoorbeeld het verkeer, waarvan iedereen hinder ondervindt. Maar het oplossen betekent natuurlijk wel veel onderzoek, stadsplanning en wegenplanning. Je moet keihard werken. Te vaak wordt er vanuit de losse pols gewerkt. Niet alleen in de DNA."

Sterke-leiderschapsyndroom
De populariteit van Bouterse schrijft Schalkwijk toe aan het ‘sterke- leiderschapsyndroom'. "Veel burgers hebben liever dat de leiders de verantwoordelijkheden dragen, dan kan men die van zich afschuiven", licht hij toe. "Maar democratie betekent inspraak. Ook inhoudelijk nadenken. Ik ging een keer op huisbezoek in een wijk. Ik klopte aan bij een bouwvallig huis, waar de armoede van afdroop. Toen ik vroeg: ‘Mevrouw, wat is het grootste probleem hier?', was het antwoord: ‘Nou meneer, daar stelt u een moeilijke vraag'. Je ziet dat mensen niet zelf reflecteren over de situatie. Als je bij een wijkvergadering vraagt ‘hebben jullie vragen?', ‘wat leeft bij jullie, want ik ben nieuwsgierig als politicus', dan heeft niemand een vraag. Maar mensen zijn gewoon niet gewend inspraak te hebben. Ze zijn gewend dat je ze een hand vol beloften geeft en een goed gevoel.
In het geval van Bouterse gaat het om een sterke man om dingen gedaan te krijgen: men ziet namelijk dat het niet goed gaat. Daarbij heeft hij dat charismatische; hij is de volgende verlosser. Maar je stem is heel wat waard; daarmee moet je goed beleid kopen. Maar nu worden stemmen verkwanseld in een soort jackpot; mensen wagen een gok op politici die loze beloften doen. De verkiezing mag nooit een gok zijn: wie heeft een goed programma, wie heeft integriteit en wie heeft deskundigheid; daar gaat het om."
Maar is ook dat geen gok? "Ik weet niet of dat wel zo is. Je hebt bepaalde partijen die emoties opzwepen: het wijgevoel, het vlaggengevoel, sopi uitdelen zodat mensen beneveld gaan stemmen. Tegenwoordig word je gewoon betaald. Het is een armoedecultuur. Maar een deel van de kiezers is zelf gecorrumpeerd. ‘Hoeveel geld heb je?' wordt er gevraagd. Je denkt dat je die politieke partij pakt. Maar als je die 50 Surinaamse dollar over vijf jaar uitsmeert, is dat per maand tachtig cent, per week twintig cent, per dag... ze lachen jou uit."
Schalkwijk wijt het ook aan de partijpolitiek dat bestuurders niet hebben geleerd verder te denken. "Toen ik bij de NPS zat, kwam ik met het voorstel alle RR- en DR- leden te trainen om zo je partij op te bouwen. Nee nee, dat was niet de bedoeling. Partijen die al zo lang bestaan hebben geen kaderschool, niet omdat ze het niet kunnen maar omdat ze het niet willen."
DOE heeft de afgelopen twee jaar kadercursussen verzorgd, een stuk of twaalf, maar ook aan bestuursleden en kandidaten van andere partijen. "De helft was geen DOE. We hebben eenheid in ons vaandel staan", zegt Schalkwijk. "Zie het maar als een stukje ontwikkelingshulp. Het gaat om de basiszaken: wat is bestuur, wat is politiek en wat is democratie? Dan sta je ervan versteld hoevelen daarvan geen notie hebben. Er wordt politiek bedreven maar velen in politieke partijen weten niet hoe en waarom. De PNR had dat wel vroeger met mensen als Fred Derby; dat was hun kracht." Schalkwijk wijt deze cultuur aan een ‘centralistische politiek'. "Men denkt in termen van machtsconcentratie; men wil niet die druk van onderaf, die zeker komt als je kaders traint."

Slechts kruimeltjes
DOE heeft een poging tot samenwerking gezocht in augustus 2003 op basis van de nota ‘De weg naar nieuw politiek leiderschap'. "Iedereen was positief", vertelt hij. "En dat was ook het vreemde. Ik heb tientallen uren met voorzitters gesproken. Maar toen ik vervolgens vroeg om een inhoudelijke of meer formele reactie, bleef dat uit. Hier heb je weer dat voorbeeld van het maatschappelijk debat dat wordt vermeden. Alleen de UPS-partijen hebben positief gereageerd, met hen hebben we tweemaal inhoudelijk gesproken over die nota. We hebben een jaar met elkaar gesproken. Op basis daarvan hebben we elkaar gevonden. De UPS was al door een fusie door een proces gegaan en dat was voor ons waardevol. Het was teleurstellend dat andere partijen niet geïnteresseerd waren."
Op de vraag waarom DOE niet met UPS een partij is geworden, antwoordt Schalkwijk: "We waren te kort voor de verkiezing voor een fusie. Ik heb die van UPS van dichtbij meegemaakt. Dat zijn moeizame processen. We hebben gezegd: stap voor stap. Toch een stukje pragmatisme: laten we beginnen samen te werken. Het gaat om hervorming en vorming van de samenleving; om die potentie er een keer uit te halen; dat is mijn insteek. Dan til je de hele samenleving, zeker de achtergestelde groepen, naar een hoger niveau. Ik zie politiek als mensen die rond een taart zitten en die willen delen. Maar de taart wordt kleiner en de gevechten groter. Nu krijgen de gewone burgers slechts kruimeltjes. Dan is de oplossing een grotere nationale taart bakken."
In 2000 haalde DOE de kiesdrempel niet. Deze keer ziet Schalkwijk meer kansen, nu zijn partij in een combinatie meedoet. Hij verwacht dat zo'n zes combinaties een zetel zullen halen. "Wij hebben een economisch programma", zegt hij. "De kiezer zal naar een aantal zaken moeten kijken. Die is gewend tégen iets te stemmen. Deze keer is er geen duidelijke anti-issue. Dus eindelijk heeft men een kans om vóór iets te kunnen stemmen. Hoewel de NDP en het Nieuw Front proberen de verkiezingen te polariseren; beide claimen dat het tussen hún gaat. Wij zeggen: nee. Als de kiezers zich weer voor de gek laten houden door deze polarisatie, dan hebben ze het ook niet geleerd. De patronagepolitiek heeft als een houtluizennest in het gebouw Staat Suriname huisgehouden. Het wordt tijd om die houtluizen te bestrijden."